Welk type warmteafgiftesysteem je kiest heeft impact op je energieverbruik en het comfort. Bij vloerverwarming ligt je verbruik lager en spreken we van stralingswarmte. Radiatoren verbruiken meer en leveren convectiewarmte.
VLOERVERWARMINGRADIATOREN
- gelijkmatige verspreiding van de warmte
- ongelijkmatige verspreiding van de warmte
- zeer energiezuinig
- minder energiezuinig
- gemiddeld hogere installatiekost
- gemakkelijke installatie
- trage opwarming
- snelle opwarming
- perfect bij nieuwbouw en grondige totaalrenovatie
In feite werkt een centrale verwarming altijd op dezelfde manier: warm water loopt door buizen en geeft zijn warmte af aan de lucht in de kamer. Daardoor warmt de kamer op. Dit water kan je niet drinken. Het komt nooit in contact met je sanitair warm water, dat uit de kraan en douche loopt.
Het verwarmingstoestel dat je verwarmingswater opwarmt, kan variëren. In de meeste Belgische woningen is het verwarmingstoestel een condenserende gas- of mazoutketel, maar ook warmtepompen, pelletketels, e.d. behoren meer en meer tot de opties.
Voor het warmteafgiftesysteem, die de warmte door je woning laat circuleren, bestaan ook meerdere opties. We bespreken twee van de meest geplaatste systemen: vloerverwarming en radiatoren. Aan het woord zijn Johan Van de Water en Walter Van Dael, experts verwarming bij Buderus.
Stralingswarmte versus convectiewarmte
De meeste Vlaamse woningen verwarmen hun woning met klassieke radiatoren, waar water tussen de 60 en 80 graden doorheen stroomt. Eens ze op temperatuur zijn stralen ze niet enkel hun warmte af, maar verplaatsen ze ook lucht. Lucht in de buurt van de radiatoren warmt op en stijgt, waardoor ze in de ruimte begint de circuleren. Dankzij de luchtcirculatie passeert er steeds nieuwe koudere lucht langs de hete radiator waardoor de kamer geleidelijk opwarmt. Dit soort warmte heet convectiewarmte en treedt enkel op bij hoge temperatuur.
Johan Van de Water: “Doordat radiatoren de ruimte vooral verwarmen door convectie, verdelen ze de warmte ongelijkmatig. De lucht in de buurt van de radiator is ook altijd warmer dan elders in de kamer. Daarom openen sommigen mensen het raam om frisse lucht binnen te laten. Wat uiteraard niet energiezuinig is.
Bovendien drogen radiatoren de lucht uit - door de luchtmoleculen te verwarmen - terwijl ze tegelijk stof doen rond dwarrelen. Dat is minder aangenaam voor wie aan astma lijdt of allergisch is voor huisstofmijt. Radiatoren worden daarom door de meeste mensen als minder comfortabel ervaren als vloerverwarming.”
Vloerverwarming warmt de ruimte energiezuiniger en gelijkmatiger op. In de zomer kan je er ook mee koelen.
Vloerverwarming verwarmt je woning niet met convectiewarmte, maar met stralingswarmte. Het opwarmen van een woning duurt daardoor langer en is minder krachtig. Om dit te compenseren moet het verwarmingsoppervlakte vergroot worden. Je hele vloer in plaats van een enkele radiator, bijvoorbeeld. Hoe groter het oppervlakte, hoe minder warm het water moet zijn dat er doorstroomt om de ruimte te verwarmen.
Walter Van Dael: “Vloerverwarming warmt de ruimte gelijkmatiger op. Bij vloerverwarming liggen verscheidene buizen op ongeveer 11 centimeter van elkaar. Die buizen bestrijken de volledige oppervlakte van de ruimte die verwarmd moet worden. Er zijn dus geen warme en koude zones. In de zomer kan je de ruimte ook afkoelen met een omkeerbare warmtepomp, door koel water door de buizen te laten stromen. Daarnaast behoudt de omgevingslucht een bepaalde vochtigheidsgraad en wordt er geen stof verplaatst. Omdat de warmte via de vloer verspreid wordt, voelt die in de winter ook nooit koud aan aan je voeten.”
Energieverbruik van radiatoren vs. vloerverwarming
Radiatoren zijn minder efficiënt. Met vloerverwarming bespaar je zo'n 20 procent op energie. Doordat de warmte beter verdeeld wordt door het grotere oppervlakte, kan de thermostaat 1 à 2 graden lager voor eenzelfde gevoelstemperatuur.
Johan Van de Water: “Door het convectieprincipe is het rendement van radiatoren beperkt. Om in een ruimte de gewenste temperatuur in stand te houden, moeten ze zichzelf en de ruimte vaak sterker opwarmen dan nodig. Uit studies blijkt dat als je de ruimte met maar 1 °C meer verwarmt dan nodig, de elektriciteits- of gaskosten met 8 procent stijgen. Bovendien vergt een klassieke radiator water met een temperatuur van ongeveer 65°C. Dat is 30°C warmer dan het water dat door vloerverwarming loopt. Ook dat heeft een invloed op de energiefactuur. Je kan voor lagetemperatuurradiatoren kiezen. Maar die zijn dan weer groter en duurder, omdat ze veel meer oppervlakte nodig hebben om de kamer voldoende te kunnen opwarmen.”
Walter Van Dael: “Met vloerverwarming kan je aanzienlijk besparen op je energieverbruik. Tot wel 20 procent. Want hier gaat het om lagetemperatuurverwarming. Dat betekent dat het water dat door het buizennetwerk stroomt, ongeveer 35 °C warm is. De warmtepomp of condensatieketel moet dus minder warmte opwekken en verbruikt daardoor ook minder energie. Tegelijk wordt het maximumrendement van het toestel benut zodat het een langere levensduur heeft.
Doordat de warmte via straling verspreid wordt, hoeft het ook niet zo warm te zijn. Gemiddeld kan je de thermostaat 2 °C lager zetten dan bij radiatoren, terwijl de gevoelstemperatuur dezelfde zal blijven. En ook dat betekent een besparing.”
Installatie van radiatoren en vloerverwarming
Walter van Dael: “De prijs van het vloerverwarmingssysteem op zich - buizen en dragers - is niet erg hoog. De installatiekosten maken echter dat de investering toch aanzienlijk kan oplopen. De installateur moet het buizennetwerk namelijk op maat van je woning ontwerpen en plaatsen. Al kun je soms zelf wel een handje toesteken, samen met je chauffagist. Bij een renovatie kunnen de kosten een stuk hoger liggen, want afhankelijk van het gekozen systeem moet je de bestaande vloerbekleding vervangen of een groot deel van de vloeropbouw wijzigen.”
De prijs van het vloerverwarmingssysteem zelf ligt niet zo hoog, maar het ontwerpen en plaatsen valt duurder uit.
Johan Van de Water: “Daar raken we aan één van de redenen waarom veel mensen toch nog voor radiatoren kiezen: ze zijn relatief eenvoudig te installeren, en budgetvriendelijk. Bij traditionele radiatoren volstaat het om ze op een aanvoerleiding voor warm water aan te sluiten, terwijl een elektrische radiator niets meer dan een stopcontact nodig heeft. Je hebt natuurlijk wel een radiator per ruimte nodig, en zelfs meerdere radiatoren voor grote ruimtes.”
Comfort radiatoren en vloerverwarming
Johan Van de Water: “Omdat een radiator een bedrijfstemperatuur van ongeveer 65°C heeft, kan hij de woonruimte heel snel opwarmen. Een netwerk van radiatoren heeft ongeveer 15 minuten nodig om de temperatuur met 1 °C te verhogen. Dat kan zelfs vanop afstand, met geconnecteerde thermostatische knoppen. Het omgekeerde is ook waar. Je hoeft de knop van de radiator maar dicht te draaien om de temperatuur snel te zien dalen. Voor elektrische radiatoren geldt hetzelfde. De snelheid waarmee de temperatuur daalt, hangt af van de mate waarin de woning geïsoleerd is.
Een radiator is dus ideaal in het tussenseizoen, wanneer de zon mee de woning opwarmt. Dat is ook zo voor weinig gebruikte ruimtes zoals een badkamer, die je snel moet kunnen verwarmen.”
Walter Van Dael: “In tegenstelling tot een radiator heeft de vloerverwarming ongeveer 30 à 45 minuten nodig om de temperatuur met 1°C te verhogen. Die vertraging is aan 3 elementen te wijten:
- In eerste instantie gaat het om een lagetemperatuursysteem. Het water dat door het circuit gestuwd wordt, heeft een gematigde temperatuur waardoor de ruimte minder snel opwarmt.
- Ten tweede speelt de grote omvang van het circuit mee. Om de volledige oppervlakte te dekken, ligt er een groot netwerk van buizen. Het water heeft wat tijd nodig vooraleer het hele circuit opgewarmd is.
- Tenslotte moet de vloerverwarming ook eerst de vloer zelf opwarmen vooraleer die de warmte aan de omgevingslucht kan doorgeven.
Hetzelfde gebeurt bij de afkoeling. Het duurt een tijdje voor het water in het systeem afkoelt. Dat betekent dat deze vorm van verwarming moeilijk bruuske temperatuurschommelingen kan opvangen. Je kan de verwarming wel eenvoudig op voorhand programmeren om dit probleem te omzeilen.”
Wanneer is een radiator de beste optie?
Johan Van de Water: “Door hun lage aankoopprijs en de eenvoudige installatie zijn radiatoren meer aangewezen bij beperkte renovaties. De installatie vergt weinig werk, dus de kosten blijven beperkt. Bovendien hebben de radiatoren van de nieuwe generatie een hoger rendement dan hun voorgangers en zijn ze dus zuiniger.
Er bestaan ook lagetemperatuurradiatoren waarmee de energie-efficiëntie van een woning verhoogd kan worden. Maar die zijn duurder.”
Wanneer is vloerverwarming de beste optie?
Walter Van Dael: “Over het algemeen zijn de huidige systemen voor vloerverwarming efficiënter en zuiniger dan radiatoren. Wanneer je een nieuwe woning bouwt of een oude van top tot teen renoveert, is de installatie van een vloerverwarming de meest evidente keuze. Omdat nieuwe gebouwen beter geïsoleerd zijn, hebben ze geen hoog verwarmingsvermogen nodig.
In renovaties kan vloerverwarming ook geplaatst worden. Maar dan zal de investering hoger zijn: je moet de bestaande vloer bijvoorbeeld uitbreken.”
Weet wel: vloerverwarming is een toekomstbestendige keuze, meer dan radiatoren. Warmtepompen hebben het beste rendement met vloerverwarming. Als in de toekomst gas- en mazout verdwijnen als brandstof voor verwarming, is je woning met vloerverwarming klaar voor een warmtepomp.
Dit artikel is geschreven door de Ecobouwers-redactie, in samenwerking met Buderus. Ecobouwers heeft als doel duurzame projecten, materialen of diensten in de kijker te zetten om duurzaam (ver)bouwen te stimuleren in Vlaanderen. Wil je als professional zelf een duurzaam project, materiaal of dienst in de kijker zetten? Stuur je vraag gerust naar info [at] ecobouwers.be.