Een aanzienlijk deel van de totale CO2-uitstoot in Vlaanderen is gelinkt aan het verwarmen van woningen op aardgas. Toch blijven, onder impuls van de gaslobby, hardnekkige mythes de kop opsteken over aardgas als ’duurzame transitiebrandstof’. 5 mythes ontkracht.
De verwarming van woongebouwen en sanitair warm water is goed voor 30 % van het primaire energieverbruik in Vlaanderen en 11,6% van onze totale CO2-uitstoot (dit getal houdt geen rekening met de indirecte broeikasgasuitstoot die ontstaat door de ontginning en transport van aardgas, en door de al te vaak vergeten problematiek van methaanlekken). Bijna 7 op de 10 gezinnen (68%) verwarmen met aardgas. Gek genoeg wordt gas geregeld voorgesteld als een duurzaam alternatief voor stookolie, dat 33% meer C02 uitstoot en vandaag de dag nog door 16% van de gezinnen gebruikt wordt. Ontbreken in de vergelijking: warmtepompen, pelletketels of zonneboilers, die een stuk beter scoren dan gas qua CO2-uitstoot.
Hernieuwbare verwarmingssystemen zijn jammer genoeg nog steeds schaars (1% van de gezinnen) en relatief onbekend bij het bredere publiek. Wat niet helpt: een mist van mythes, gesmeed door de gasindustrie. We klaren de grootste 5 misverstanden op.
1. Aardgas kan groen of proper zijn
Aardgas is een fossiele brandstof die voornamelijk bestaat uit methaan en ethaan. Het wordt ontgonnen en daarna verwerkt en tijdens dit proces zijn er talloze gezondheids-, milieu- en veiligheidsrisico’s. Bij fracking, een specifiek type van extra vervuilende ontginning, gaat er ook nog eens een aanzienlijke watervervuiling mee gepaard.
Daarnaast vormen methaanlekken bij de ontginning en het transport van aardgas ook een groot klimaatprobleem. Tot op heden is de omvang van de lekken onbekend en bestaat er geen Europese kader die het uitstoten van methaan reguleert. Bizar, want methaan is als broeikasgas 28 keer krachtiger dan CO2.
Wanneer aardgas dan gebruikt wordt als verwarmingsbrandstof, zal altijd CO2 en NOx uitgestoten worden. Voor een gascondensatieketel is de broeikasgasuitstoot gemiddeld 265 gram CO2equivalent/kWh - 3,5 keer meer dan voor warmtepompen. Dit cijfer zal voor gascondensatieketels nooit veranderen terwijl het voor warmtepompen in de toekomst zal dalen naarmate het hernieuwbare aandeel in onze elektriciteitsmix stijgt.
2. Aardgas is een transitiebrandstof richting schonere verwarmingssystemen
Nieuwe investeringen in gasinfrastructuur zijn duur en dreigen ons jarenlang vast te klikken in een fossiel systeem. De levensduur van een gaspijplijn of LNG-project loopt namelijk op tot 80 jaar. En dat terwijl we volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) tegen 2025 moeten stoppen met de verkoop van fossiele boilers en tegen 2050 het gasverbruik voor verwarming met 98% moeten verminderen om de netto-nuluitstoot tegen 2050 te behalen. Nu nog investeren in gaspijplijnen voor de verwarming van gebouwen houdt geen steek.
3. Waterstof kan aardgas makkelijk vervangen in de toekomst
Investeringen in gasinfrastructuur worden vaak goed gepraat met de mooie belofte dat deze in de toekomst enkel waterstof zullen transporteren. Maar: waterstof door aardgaspijpen sturen, kan niet zonder eerst extra investeringen. Wie zal deze investeringen betalen?
De ene waterstof is trouwens de andere niet. Enkel groene waterstof, geproduceerd met hernieuwbare elektriciteit, is echt hernieuwbaar. Maar aangezien het 5 keer meer elektriciteit vereist om een huis te verwarmen door middel van groene waterstof dan via een warmtepomp, reserveren we die waterstof beter voor andere toepassingen waar er geen alternatieven zijn (bvb. in de zware industrie).
Daarbovenop zou verwarming op waterstof de consument gemiddeld 73% meer kosten dan een scenario gebaseerd op warmtenetten en warmtepompen.
4. Hernieuwbare verwarmingssystemen zijn enkel interessant voor nieuwbouw en goed gerenoveerde huizen
Hoe minder energie er nodig is voor de verwarming van een huis, hoe beter dit is voor het klimaat en de portemonnee. Dat is waarom renovatiemaatregelen die de warmtevraag doen dalen altijd een logische eerste stap zijn. In sommige oudere huizen is dat niet zomaar mogelijk. Vaak kan men dan toch verwarmen met een warmtepomp of warmtenet op lage temperatuur, doordat in oude huizen het warmteoverdrachtsysteem meestal overgedimensioneerd is. Ook kunnen kleine ingrepen zoals dubbel glas plaatsen of radiatoren vervangen, soelaas bieden.
Comfortgewijs zullen eigenaars van oudere woningen er alleen op vooruit gaan: zelfs lucht warmtepompen functioneren goed tot -15° in de winter, bovendien kunnen sommige warmtepompen ook als duurzame airco fungeren om het huis te koelen in de steeds hetere zomermaanden.
Dat in oude woningen weinig warmtepompen geplaatst worden is zelden omdat het technisch niet kan. Wel omdat het financieel niet interessant is. Zo komen we bij puntje 5.
5. Hernieuwbare verwarmingssystemen zijn te duur en het net kan het niet aan
Aardgas heeft momenteel een oneerlijk voordeel ten opzichte van warmtepompen, doordat de prijsverhouding tussen gas en elektriciteit in België helemaal scheef zit. Hoog tijd dat de Vlaamse overheid werk maakt van een taxshift van elektriciteit naar gas. Maar ook het aankondigde Europese emissiehandelssysteem voor gebouwen zullen hernieuwbare verwarmingssystemen competitiever maken ten opzichte van hun fossiele broertjes. Volgens Fluvius zal het elektriciteitsverbruik door de verwachte doorbraak van warmtepompen en elektrische voertuigen vermoedelijk met 55 procent stijgen tegen 2050. Behalve een versterking van de infrastructuur zal vooral meer flexibiliteit noodzakelijk zijn, als gevolg van de fluctuerende elektriciteitsproductie van zonnepanelen en windmolens. Warmtepompen, in combinatie met goed geïsoleerde woningen, kunnen meehelpen die flexibiliteit te bieden.