Lokale energiegemeenschappen zorgen ervoor dat mensen uit de buurt energie kunnen verkopen en delen. Iedereen heeft daar baat bij: eigenaars van zonnepanelen krijgen een betere prijs voor hun stroom, en wie geen zonnepanelen heeft, geniet van goedkope en lokaal opgewekte energie. Zo versnellen we samen de energietransitie. Maar hoe werkt zo’n energiegemeenschap precies?
Dankzij lokale energiegemeenschappen kunnen gezinnen, al dan niet samen met lokale overheden en KMO’s, samen hernieuwbare energie opwekken en onderling verkopen en delen. Zo krijgt iedereen makkelijker toegang tot lokale en goedkopere energie. Ook gezinnen die in een appartement wonen, of het geld of dak niet hebben om zelf zonnepanelen te leggen.
Wat is een energiegemeenschap precies?
Energiegemeenschappen en energiedelen maken een grote sprong in populariteit. Hoewel deze concepten verre van nieuw zijn (Duitsland telde voor de Tweede Wereldoorlog al maar liefst 6.000 energiegemeenschappen!), zijn er goede redenen waarom ze net vandaag op zoveel interesse kunnen rekenen.
Een energiegemeenschap is een nieuwe juridische entiteit waarbij burgers, maar ook lokale overheden en KMO’s de handen in elkaar kunnen slaan om samen allerlei energiediensten te organiseren. Ze kunnen samen beslissen om te investeren in de opwekking van groene stroom via zonnepanelen, of maatregelen nemen om energie te besparen, of zelfs om gezamenlijk te investeren in oplaadinfrastructuur voor elektrische deelauto’s in hun wijk. Zelfs een lokaal warmtenet, een warmtepomp of batterij op wijkniveau past binnen het idee van een energiegemeenschap.
De voordelen van een energiegemeenschap
Energiegemeenschappen zetten zo burgers mee aan het stuur van de energietransitie. Was die burger vroeger nog een passieve stroomafnemer die de grillen van een groot, gecentraliseerd energiebedrijf moest ondergaan, dan wordt ie vandaag zélf producent, of neemt ie stroom af van de buren.
Energiedelen opent zo een enorme hoeveelheid onbenutte dakoppervlakte om hernieuwbare energie te produceren. Scholen kunnen de stroom die ze opwekken maar zelf niet verbruiken, tijdens weekends en vakanties bijvoorbeeld, verkopen aan ouders en omwonenden. Jeugdbewegingen kunnen hun opgewekte stroom delen met de buurt. De plaatselijke boer kan zijn inkomsten diversifiëren door ook lokale zonnestroom aan te bieden. Niet enkel worden onze daken zo makkelijker en beter benut voor hernieuwbare energie, veel meer burgers krijgen ook toegang tot goedkopere, hernieuwbare energie.
Het zijn niet enkel de bezitters van zonnepanelen die er hun voordeel mee doen, ook gezinnen zonder geschikt dak of met weinig financiële slagruimte kunnen op die manier van goedkopere zonnestroom genieten.
Iedereen wint met energiedelen
Via een energiegemeenschap wordt het mogelijk om opgewekte stroom of warmte binnen een gemeenschap te verkopen, delen of ruilen. Heb je een stroomoverschot? Dan kan je namelijk de stroom verkopen aan de gemeenschap tegen een hogere prijs dan de terugleververgoeding die je anders zou krijgen. Zo’n terugleververgoeding is de prijs die iemand met zonnepanelen nu krijgt om zijn niet-verbruikte stroom op het net te zetten. Wie zonnepanelen heeft krijgt dus meer voor zijn overtollige stroom, waardoor investeren in hernieuwbare energie nog interessanter wordt.
Maar ook gezinnen zonder zonnepanelen profiteren. De aangeboden stroom kost minder dan wat een gewone energieleverancier zou vragen. Energiegemeenschappen kunnen zo ook een handige bondgenoot zijn in de strijd tegen energiearmoede. Steden en gemeenten kunnen dankzij panelen op het dak van het cultuurcentrum, bibliotheek, sporthal of school immers goedkope stroom leveren aan kwetsbare gezinnen in de buurt.
Eigenaars van zonnepanelen krijgen een betere prijs voor hun stroom. Wie geen panelen heeft, krijgt goedkopere en lokaal opgewekte zonnestroom.
Maar burgers in energiegemeenschappen doen nog meer: ze helpen het stroomnet op piekmomenten te stabiliseren. Dat doen ze door flexibel om te gaan met hun energieverbruik. Dat is nodig, zeker nu er steeds meer elektrische voertuigen en warmtepompen komen. Bovendien kunnen ze samen ook energie besparen door die efficiënt te gebruiken en slim aan te sturen.
Meer weten over elektrificatie? Lees het artikel van onze specialist Energie.
Wat zijn de uitdagingen voor energiegemeenschappen?
Toch zijn we nog niet zo ver. Momenteel zijn de regionale overheden nog volop bezig met het omzetten van de Europese regelgeving. Met nieuwe decreten en praktische uitvoeringsbesluiten. Hierdoor worden lokale energiegemeenschappen overal mogelijk gemaakt in heel Europa. De energiegemeenschappen komen er dus zeker aan, maar het zal nog wel even duren voor ze echt opkomen in elk appartement, iedere wijk of dorp.
Er liggen namelijk nog wat uitdagingen op tafel. Zo moet iedereen binnen een energiegemeenschap beschikken over een digitale meter en is er nood aan een stabiel financieel model. Voorstanders van energiegemeenschappen zijn vragende partij om een deel van de distributienettarieven en transmissiekosten te laten vallen. Stroom wordt gedeeld binnen een gemeenschap, en ze kunnen zich zo flexibel opstellen en het net balanceren. Maar vandaag wordt elektriciteit nog erg zwaar belast. Maar liefst 68% van de elektriciteitsfactuur bestaat uit taksen, heffingen en netwerkkosten. Door een deel van die kosten niet meer aan te rekenen, wordt investeren in een energiegemeenschap en het delen van energie een stuk interessanter voor de particulier. Het is nu aan de overheid om hier duidelijkheid over te scheppen en de rekening te doen kloppen.
Samen met andere burgers investeren in hernieuwbare energie? Ontdek bestaande energiecoöperaties. Lees hier meer over de voordelen van een energiecoöperatie.
Wil je graag verschillende stemmen aan het woord horen over energiegemeenschappen? Bekijk ons webinar, met experts van Bolt, REScoop, VITO en het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap.
Dit artikel is mogelijk gemaakt door steun van het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer, beheerd door de Koning Boudewijnstichting.