Een boom midden in de woonkamer. Mos op het plafond. Rondingen en bochten door het hele huis. Wie woont er in deze warme, creatieve stek? En hoe werd het gebouwd? We gingen op bezoek bij Peter en Elisabeth, die in 2014 als zelfbouwers begonnen aan hun ecologische droomwoning met strobalen.
Peter: “We wilden graag een warm huis bouwen met een moderne structuur, maar met natuurlijke bouwmaterialen. We werden verliefd op strobalenbouw en zochten naar manieren om onze ecologische idealen te combineren met esthetiek en woonkwaliteit. Bovendien wilden we ook een speelse woning. We deden 99% van de bouwwerken zelf. Het was echt een leerproces van zoeken, vloeken, proberen en triomferen, altijd met veel geduld, liefde en aandacht. Elke centimeter van dit huis heeft een eigen verhaal.”
Welke ecologische materialen hebben jullie precies gebruikt?
Peter: “We wilden sowieso een strobouw zetten met leem. De rest lag nog open, maar alles moest ethisch verantwoord zijn in mijn hoofd. Ik ging daar nogal hard in: elk materiaal werd gecheckt op oorsprong en milieu-impact. Er spelen natuurlijk altijd argumenten. Een materiaal moet naast ecologisch ook budgetvriendelijk zijn, goed presteren en bovendien makkelijk zijn om mee te werken. Zo kwamen we tot een hiërarchie. Eerst zochten we naar bio-ecologische materialen. Als we die niet konden vinden, gingen we voor tweedehands of recupmateriaal. Pas als laatste optie overwogen we conventionele materialen.”
Elisabeth: “We hebben dus vooral natuurlijke materialen gebruikt. Denk aan leem voor de muren, traskalk, kalei en thermowood. Voor de isolatie gebruikten we flexibele matten van isovlas en geëxpandeerde kurkplaten. Daarnaast werkten we met bamboepanelen, fineerparket, en ecologische beitsen en verven. We gingen telkens naar de ecologische bouwhandel om te kijken welke de beste opties waren, wat we mooi vonden en wat we konden betalen. Het langst hebben we gezocht naar een ecologische optie voor de badkamer. Het moest een betaalbaar, flexibel en waterdicht materiaal zijn. Uiteindelijk kwam een medewerker met ‘Stonat’, een materiaal op basis van boomhars. Een perfecte oplossing. Het voordeel van de meeste ecologische materialen is dat ze heel makkelijk en plezant zijn om mee te werken: geen problemen op je huid, in de tuin, het pakt niet op je adem en het is goed voor de planeet.”
Waren jullie even gedreven bij de keuze van jullie technieken?
Peter: “We hebben als technieken gekozen voor een lucht-warmtepomp en systeem D-ventilatie. We recupereren het regenwater en hebben heel wat zonnepanelen liggen.”
Hebben jullie alle werken zelf uitgevoerd?
Peter: “We hebben bijna alles zelf gedaan. Hoewel we allebei niet in de sector actief zijn - we hebben beiden verpleegkunde gestudeerd - hebben we het toch voor elkaar gekregen. In 2014 zijn we begonnen met de werken. We namen een architect van ORCA onder de arm en daarna zijn we eraan begonnen. Er zijn heel wat zotte dingen gebeurd, misschien typisch voor zelfbouwers: zo heb ik zelf een kraan gebouwd met houten balken en aangedreven door een autobatterij om grote stenen te verplaatsen. Men leert al doende, maar ik heb ook heel wat geleerd van YouTube en van andere mensen. Ik stelde veel vragen aan vakmensen uit de sector en bij twijfel riepen we altijd hulp in. Zo hebben we bijvoorbeeld het inblazen van cellulose op de bovenste verdieping uitbesteed. Toen zag ik dat ik dat perfect zelf kon, en heb ik de benedenverdieping zelf gedaan. Bij het leemstuccen hebben we hulp gekregen van Bram van Stuccotec , die ons een uurtje les kwam geven. Voor de houtskeletbouw hebben we ook samengewerkt met aannemer Werner Grootjans, die ons advies gaf wanneer we dat nodig hadden. De ramen en de betonvloer hebben we uitbesteed, de rest hebben we zelf gedaan. Je moet niks onbezonnen doen en er zijn aandachtspunten, maar je kan het echt zelf.”
Niet bang om te experimenteren. Hebben jullie veel geleerd tijdens het bouwproces?
Elisabeth: “Absoluut! We hebben geen schrik gehad om te experimenteren, en dat betekende soms dat we op onze bek gingen, maar dat hoort erbij. Het was echt een leerproces, vaak door trial and error. We waren wat onbezonnen, en in het begin zeiden we “we zien wel hoe ver we geraken.” Maar uiteindelijk is het gelukt.”
Peter: “Onze grootste leerlessen gingen praktisch gezien over winddichting en luchtdichting. In de bredere zin van het woord hebben we ook veel over onszelf geleerd: je moet focussen op het proces en niet op het resultaat, anders hou je het niet vol. Hou je aandacht op de klus van dat moment.”
Elisabeth: “We hebben ook ontdekt dat het leven zo dynamisch is dat je niet zeker kan weten wat je behoeftes precies gaan zijn. Je woning moet met je kunnen meegroeien. Je moet dingen kunnen aanpassen of hergebruiken. Toen we startten met de woning, hadden we geen uitgesproken kinderwens en geen nood aan een tuin. Nu hebben we twee kindjes rondlopen en kriebelen onze groene vingers. Wie weet wat het leven nog brengt? Je moet daarop voorbereid zijn.”
Zijn er dingen die jullie nu anders zouden doen?
Peter: “Het regenwatersysteem is bijvoorbeeld iets waar we tegenaan zijn gelopen. We gebruiken regenwater voor bijna alles in huis, maar soms staat ons reservoir van 10.000 liter droog, en het filtersysteem werkt niet altijd zoals het zou moeten. We hebben zelfs een fancy koolstof- en UV-filter, maar soms ruikt het water nog vreemd of heeft het een kleur. Als we dit opnieuw zouden doen, zouden we het systeem anders aanpakken.”
Is er iets waar jullie bijzonder trots op zijn?
Peter: “De speelsheid in het ontwerp is iets waar we echt blij mee zijn. Het huis heeft een balans tussen een klassieke uitstraling en toch ook iets speels en unieks. We hebben experimentele plafonds, een boom in de woonkamer en veel gebruikgemaakt van curves.”
Elisabeth: “Soms komen er kinderen voorbijgefietst en dan zeggen ze: “Wauw, dat is mijn droomhuis!”. Als ik zo’n dingen hoor van kleine kinderen, dan maakt me dat trots.”
Peter: “Ook hebben we veel aandacht besteed aan akoestiek, omdat ik doof ben aan één kant. Ik wilde een aangenaam huis. Niet alleen qua esthetiek, maar ook qua geluid en gevoel. Ik vind het fijn dat er ruimtes zijn waar het geluid - zeker met twee jonge kinderen - niet versterkt wordt. De strobalen isoleren goed en we kozen op straatniveau voor akoestisch glas. In de woonkamer hangen er akoestische panelen aan het plafond. Zachte materialen bufferen de hoge frequenties, dus daarom hebben we ook veel gekozen voor tapijten en stoffen. In de onderste verdieping hebben we een ruimte geïsoleerd met gegolfde en geëxpandeerde kurk in de deur, en in de muren zit 8 cm isovlas.”
Wat was de grootste uitdaging tijdens dit project?
Peter: “Je hebt mensen die denken in problemen en mensen die denken in oplossingen. Een groot deel van de bouwsector behoort helaas tot die eerste categorie. Vaak kreeg ik te horen dat dingen niet mogelijk waren en dat we alles moesten uitbesteden. Ik had het gevoel dat ik me telkens moest bewijzen. Maar zodra mensen doorhadden dat ik wist waar ik het over had, begonnen ze anders met ons te praten. Uiteindelijk vond ik veel voldoening in het bedenken van eigen oplossingen, zoals toen ik een licht gebogen dak wilde en zelf een profiel in sleep om het te laten meebuigen.”
Heb je een idee van de kostprijs van het project?
Peter: “We hebben in 2014, nadat de grond was aangekocht, een kostenraming laten maken. Als we alles zouden hebben uitbesteed, zou de bouw van de woning 320.000 euro gekost hebben, en in die raming was er nog geen sprake van zonnepanelen of een warmtepomp. Uiteindelijk, door heel veel zelf te doen, hebben we 200.000 euro uitgegeven. De prijzen van nu zijn uiteraard anders.”
Wat zouden jullie mensen aanraden die ook ecologisch willen bouwen?
Elisabeth: “Je moet de tijd nemen om je goed te informeren. Het lijkt soms ontmoedigend, maar er is zoveel dat je zelf kan doen. Je hoeft niet bang te zijn om te experimenteren of om fouten te maken. Uiteindelijk draait het om bewust keuzes maken en out of the box denken. Je hebt dit in eigen handen, en dat geeft zoveel voldoening.”