Vlaanderen boekt geen vooruitgang in de uitstoot van broeikasgassen en fijn stof. Verkeer en gebouwenverwarming zorgen samen voor 60% van de broeikasgassen (de zware industrie niet meegerekend). Dat aandeel neemt niet af, integendeel: het neemt de laatste jaren zelfs lichtjes toe. De basis voor een oplossing van dit hardnekkige probleem? Dichter bij mekaar gaan wonen.
Waar in Vlaanderen adem je zuivere lucht in? Als je naar de website van de Vlaamse Milieumaatschappij surft, valt je meteen op dat gezonde lucht schaars is in het dichtbebouwde Vlaanderen. De cijfers tonen nogmaals aan dat een betere ruimtelijke ordening een belangrijke sleutel is om de klimaatuitdaging aan te pakken. Het is uiteraard niet de ruimtelijke ordening op zich die de uitstoot van broeikasgassen en fijn stof veroorzaakt. Maar de versnippering van het wonen maakt ons wel volledig afhankelijk van de eigen auto om op het werk te geraken of kinderen naar school te brengen. Autodelen lukt enkel in de centra van grotere gemeenten. Het openbaar vervoer is op zijn beurt niet rendabel omdat we zo verspreid wonen, met lege bussen tot gevolg. Het overaanbod aan vrijstaande villa’s in verkavelingen zorgt bovendien voor heel wat energieverspilling. Een rijhuis kan namelijk veel zuiniger en goedkoper verwarmd worden dan een alleenstaande woning.
Door dichter bij elkaar te bouwen, worden collectieve energienetten op basis van geothermie of zonne-energie haalbaar én betaalbaar.
De oplossing om die problemen aan te pakken? Dichter bij mekaar gaan wonen. Door enkel te bouwen in de stads- en dorpskernen, kunnen we te voet naar de winkel of met de fiets naar school. Voor verdere verplaatsingen kunnen we auto’s delen. Nieuwe woningen en werkplaatsen nabij knooppunten van openbaar vervoer vormen een volwaardig alternatief voor de (bedrijfs)wagen. Door dichter bij elkaar te bouwen, worden collectieve energienetten op basis van geothermie of zonne-energie haalbaar én betaalbaar. Een kernversterkende ruimtelijke ordening vormt zo de hardware voor een klimaatneutrale gemeente.
Bezint eer ge begint
Vaak komt duurzaamheid pas aan bod op het moment dat er effectief gebouwd wordt. Het gaat dan om technische ingrepen zoals beter isoleren of het vermijden van koudebruggen, het plaatsen van zonnepanelen of het installeren van een warmtepomp. Maar ook vooraf, bij de ruimtelijke inplanting en de stedenbouwkundige inrichting, is duurzaamheid van belang. Op de juiste plaats bouwen, compact bouwen, een optimale bezonning, verkeersvrije woonerven, fiets- en wandelverbindingen: dat zijn zaken die best in elke stap van het proces worden meegenomen, vanaf de eerste schetsen.
Hoog tijd dus om komaf te maken met steeds maar nieuwe verkavelingen in de open ruimte. Anders zullen het verkeer en gebouwenverwarming ook in de toekomst voor twee derde van onze uitstoot blijven zorgen.