De energieprijzen gaan door het dak en na de federale moet ook de Vlaamse regering aan de bak om de energiefactuur voor gezinnen en bedrijven behapbaar te houden. Maar in deze bittere noodzaak ligt ook een uitgelezen kans om van de huidige energiefactuur eindelijk een hefboom te maken voor hernieuwbare energie.
De hoge energieprijzen grijpen velen naar de keel en een sociaal bloedbad dreigt. De overheid moet alles op alles zetten om drama’s te vermijden: de steunmaatregelen moeten dan ook in de eerste plaats gaan naar die mensen, die door de hoge energieprijzen, letterlijk in de kou dreigen te staan.
Maar tegelijkertijd mogen de overheden van ons land het langetermijnperspectief niet uit het oog verliezen. De energiefactuur moet op termijn omgevormd worden naar een prijssignaal, die de energieconsument automatisch naar meer duurzaamheid leidt.
Een maand geleden brachten BBL en ODE een pleidooi uit voor een duurzame energiefactuur. Dit pleidooi werd breed gedragen door 85 middenveldorganisaties, bedrijven en kennisinstellingen. Het schoof drie principes naar voor die de basis vormen voor een duurzame energiefactuur. Het is ook dé leidraad voor een verdere hervorming van de energiefactuur.
Beloon zuinigheid
Wie minder verbruikt, moet minder betalen, om zo een zuinig gebruik van energie te stimuleren.
Dit principe is minder evident dan het lijkt. Er zitten namelijk een aantal vaste kostenposten in de energiefactuur, die iedereen betaalt ongeacht het verbruik. Zo betaalt iedereen een vaste bijdrage van 5,40 € aan het Vlaamse Energiefonds. Deze middelen dienen onder meer om duurzame energie te stimuleren en een sociaal energiebeleid te voeren. Maar doordat deze bijdrage een vast bedrag is, dragen mensen die zuinig - en dus duurzaam - leven relatief meer bij. Vaak zijn dit sociaal zwakkeren, wat de huidige constructie asociaal maakt.
Ook het capaciteitstarief, dat begin juli wordt ingevoerd ter vervanging van het distributietarief op basis van het verbruik, heeft een vaste component door de inbouw van een minimumdrempel. Het is dan ook geen verrassing dat de recente studie van de Universiteit van Gent aangeeft dat de invoering van het capaciteitstarief in de huidige vorm nadelig is voor wie weinig verbruikt.
Daarnaast valt er iets te zeggen voor een differentiatie van de lasten in functie van het verbruik. Zoiets bestaat trouwens al: de allergrootste bedrijven worden nu ontheven van allerlei heffingen om hun concurrentiepositie te vrijwaren. Dan moet het toch ook mogelijk zijn om een minimumdrempel in te voeren waaronder er amper of geen heffingen zijn, om zo de koopkracht van de sociaal zwakkeren te vrijwaren.
Vandaag is de energiekost omgekeerd evenredig met de kosten die voortvloeien uit de impact van de energievorm op klimaat en milieu.
Bevorder milieuvriendelijke energie
Wie kiest voor milieuvriendelijke energie, moet minder betalen, om de kosten van klimaatverandering en milieuvervuiling mee te tellen, en tegelijk investeringen in hernieuwbare energie aan te moedigen.
Uit onze analyse van vorig jaar bleek dat de energiekost omgekeerd evenredig is met de zogenaamde externe kosten: dat zijn kosten die voortvloeien uit de impact van de energievorm op klimaat en milieu.
De grote boosdoener zijn de vele heffingen die op elektriciteit liggen. Dat is een directe rem op de elektrificatie, en dat terwijl elektrisch verwarmen met een warmtepomp en elektrisch rijden veel zuiniger en milieuvriendelijker is.
In de laatste maanden zijn al een aantal heffingen overgeheveld naar de algemene middelen of omgezet in een accijns. Maar de hervormingen moeten verder gaan. Best wordt een heffing ingevoerd die in relatie staat met de milieu-impact van de verschillende energievormen.
Zo liggen er kansen in de invoering van de CO2-heffingen voor transport en verwarming. Dit laat de werkelijke kost van de verschillende energievormen zien, maar maakt het ook mogelijk om middelen in te zamelen waarmee duurzame investeringen ondersteund kunnen worden.
Stuur aan op een efficiënt gebruik van het net
Wie het elektriciteitsnet optimaal gebruikt, moet minder betalen. Zo stimuleren we het gebruik van energie buiten de piekmomenten.
Elektriciteit wordt de energievorm van de toekomst. Enerzijds zullen we nog meer dan nu onze stroom zelf produceren. Anderzijds zullen we meer stroom afnemen, zeker als we massaal elektrisch rijden en verwarmen.
Het stroomnet is daarop niet voorzien en dan komt het erop aan om de beschikbare capaciteit zo correct mogelijk te verdelen. Vlaanderen voert om die reden vanaf juli dit jaar een capaciteitstarief in.
Fluvius zal, voor wie een digitale meter heeft, per maand nagaan wat het hoogste vermogen is dat je een kwartier lang hebt benut. Over een jaar wordt dan een lopend gemiddelde van deze maandpieken bepaald en dat is dan de basis voor de berekening van het capaciteitstarief. Wie nog een terugdraaiende teller heeft, betaalt maandelijks een vaste vergoeding.
Het capaciteitstarief in zijn huidige vorm is helaas wel een botte manier om de capaciteit te verdelen. Het houdt namelijk totaal geen rekening met het moment waarop de consument zijn maandpiek trekt. Iemand die op een zonnige zondag zijn huis aan het renoveren is of thuis een familiefeest houdt en daarbij een piek trekt, zal erop afgerekend worden, ook al kan de stroom vlot langs de kabel passeren omdat de buren allemaal het huis uit zijn.
Het zou beter zijn om het capaciteitstarief te laten afhangen van het moment van afname, wat in vaktermen een Time-Of-Use heet. Dan gaat er rechtstreeks een stimulans naar de gebruiker om de piekmomenten te mijden.
Duurzame investeringen betalen zich sneller terug dan ooit
Deze energiecrisis is niet alleen een uitgelezen kans om de energiefactuur structureel te hervormen, het is ook een kans om ons energiesysteem grondig aan te pakken. De richting is duidelijk: verspilling vermijden, volop inzetten op hernieuwbare energie en efficiëntie nastreven door elektrificatie.
Met de huidige, historisch hoge energieprijzen betalen deze investeringen zich sneller terug dan ooit. Het is dan ook moeilijk te vatten dat minister Demir nalaat om een lans te breken voor duurzame investeringen, hoewel ze als minister stevige doelstellingen moet halen op vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.
Het energiesysteem structureel hervormen betekent ook de fossiele brandstoffen resoluut achter ons laten. Daar is in ons land nog werk aan de winkel: België geeft substantieel meer subsidies aan fossiele dan aan hernieuwbare energie. Zo bestendigen we onze afhankelijkheid van het buitenland, wat ons gevoeliger maakt voor prijsstijgingen. Geen tijd te verliezen, dus!