Weinig architecten laten de kans aan zich voorbijgaan om hun eigen woning te ontwerpen. Architect Mathias Steels is geen uitzondering. Een bouwgrond in Halle werd de plattegrond van zijn dromen. In 2015 staken ze de sleutel voor de eerste keer in het slot.
Mathias: “Als architect wil je natuurlijk niets liever dan wonen in een huis dat je helemaal zelf hebt uitgedacht. In 2012 ben ik beginnen te tekenen, en in 2013 startten de bouwwerken. Twee jaar hebben we eraan gebouwd. Bovendien was dit een toffe kans om zelf de handen uit de mouwen te steken. We hebben dan ook een heel stuk van de werken zelf uitgevoerd.”
Liefde voor hout
“Mijn vader was schrijnwerker”, vertelt Mathias, “dus hij wist enorm veel van hout. Die liefde voor hout heb ik wel een beetje van hem geërfd, ja. Hout is zo’n dankbaar materiaal. Voor ons huis kozen we voor een gedeeltelijk houtskelet. We wilden wel de stevigheid van een betonnen vloer, dus de zij- en middenwanden hebben we zelf opgebouwd in cellenbetonblokken. Een betonnen plaat daarbovenop vormt de vloer. Het houtskelet zetten we eromheen, en geeft de voor en achtergevel vorm.”
40 cm papiervlokken
“Het dak en het houtskelet zijn ingeblazen met een laag papiervlokken. 40 centimeter voor het dak, 22 cm voor de wanden. Op andere plaatsen hebben we ook vlasisolatie (6cm) gebruikt: in de volledige voor- en achtergevel, namelijk in de leidingspouw. Een intelligent dampscherm ertegen, en afgewerkt met houtvezelplaat. Als buitenafwerking gaan voor aluminium composietplaten. Eerlijk: dat is niet de meest ecologische keuze. Maar we hebben geschipperd tussen wat we mooi vonden en zelf konden plaatsen, het ecologische en het onderhoud.”
Mijn vader was schrijnwerker. De liefde voor hout heb ik van hem geërfd.
Mathias: “Op andere vlakken hebben we wel voor 100 procent duurzaam gekozen. De ramen zijn bijvoorbeeld passiefstandaard, met drievoudig glas. Daarnaast hebben we veel aandacht geschonken aan de luchtdichtheid van de woning, met folies en tape. Zo hebben we een n50-waarde van 0,34 bereikt, wat erg goed is.”
Verwarming, warm water en ventilatie in één: de compactaggregaat
“Daarnaast hebben we vriendelijk bedankt voor een gasaansluiting: wij doen alles met elektriciteit”, verklaart Mathias. “Dat doen we met een all-in-one toestel, een compactaggregaat. Dat is zowel ventilatie, sanitair warm water en verwarming in één en hetzelfde toestel. De warmte uit de ‘afvallucht’ van de ventilatie wordt gerecupereerd om de binnenkomende lucht op te warmen. Daarna passeert ze nog eens langs een extra mini-warmtepomp, die de warmte gebruikt om het kraantjeswater op te warmen tot 55°C in een boilervat van 180 liter. Om de zoveel tijd voert de boiler de hitte eens op naar 65°C om legionella te voorkomen.”
We hebben vriendelijk bedankt voor een gasaansluiting: wij doen alles elektrisch.
“De warmtepomp is van het geothermische type, met horizontale buizen in de tuin. Daar onttrekt ze de warmte die nodig is voor de verwarming. Het gat in de tuin lieten we professioneel graven, maar de buizen hebben we zelf gelegd. Moeilijk was dat niet: je koopt zo’n socarex darm op rol. Daardoor loopt dan de glycol. Je moet alles wel netjes aansluiten, en de darm voldoende diep leggen. Bij ons ligt hij op 1,8 meter onder de grond. De buizen liggen gespreid, zodat er voldoende aarde tussen ligt om de warmte aan te onttrekken. Daarna wordt de grond weer aangedrukt, alles wordt aangesloten, en je bent vertrokken. In de zomer zorgt de warmtepomp bovendien voor passieve koeling. Dan wordt het sanitair warm water niet opgewarmd met de afvallucht van de ventilatie, maar met warmte uit de lucht die binnenkomt. Die lucht koelt af, en het kraantjeswater warmt op.”
Slimme woning: alle functies staan met elkaar in verbinding
Mathias: “Dat compactaggregaat hebben we laten plaatsen door Ecopuur. Zij hadden nog twee andere voorstellen gedaan, maar ik was het meest gewonnen voor dit toestel. Wat meespeelde in mijn keuze was het feit dat alle onderdelen van hetzelfde merk zijn en op elkaar afgestemd zijn. Ik was er toen - en nu nog meer- van overtuigd dat toestellen het best werken als ze goed kunnen samenwerken. De software van die apparaten is speciaal ontwikkeld om samen te functioneren, dus waarom zou je daar geen gebruik van maken?”
Ik ben ervan overtuigd dat toestellen het beste rendement halen als ze goed op elkaar afgestemd zijn
“Er is ook maar één simpele besturing. Je hoeft eigenlijk helemaal niets te doen, alleen de gewenste temperatuur in te stellen en één keer om de drie maanden de filter van de ventilatie vervangen. Preventief onderhoud door een technicus is niet nodig. Qua comfort kan dat tellen”, zegt Mathias, “want zelf ben ik hoegenaamd geen techneut. Dus één toestel dat gewoon alles doet klinkt voor mij sowieso aantrekkelijk. In vochtige ruimtes, bijvoorbeeld na een douche, springt de ventilatie automatisch eventjes naar stand 3. Stand 4 gebruiken we nooit omdat de ventilatie dan zachtjes begint te fluiten” lacht hij, “maar voor de rest werkt alles prima.”
Keuze versus comfort
“Als je alle technieken apart koopt heb je waarschijnlijk meer keuzevrijheid”, zegt de architect. “Maar dat impliceert ook dat je een tijd lang je verbruik goed moet opvolgen om die toestellen af te stellen. Daar ben ik zelf niet zo mee bezig. Zo’n compactaggregaat is ook compacter dan alle toestellen apart, maar dat gaf minder de doorslag. Op zich hebben we wel voldoende ruimte. De compactaggregaat is twee meter hoog, 90 centimeter breed en 60 centimeter diep. Een Amerikaanse frigo, eigenlijk. We hebben de technische ruimte bovendien zo gepositioneerd dat ze zich naast de keuken en vlak onder de badkamer bevindt. Daardoor moet het sanitair warm water een zo kort mogelijke weg afleggen en beperken we warmteverliezen langs de buizen.”
En het verbruik van zo’n compactaggregaat?
Mathias: “Om eerlijk te zijn hou ik ons verbruik niet zo nauw in de gaten. Ik weet dat we op jaarbasis zo’n 8.000 kWh nodig hebben. De woning telt ongeveer 200 vierkante meter oppervlakte.”
Goede raad?
“Als ik als architect aan beginnende verbouwers één goede raad zou meegeven, zou ik zeggen: zorg dat je een goed plan hebt. De uitvoering kan stapje per stapje, maar het volledige plan moet er vanaf het begin liggen. Dan ga je de beste resultaten boeken. En probeer natuurlijk zo veel mogelijk ecologische materialen te gebruiken en energiezuinig te bouwen. Dat lukt niet altijd voor elk project, maar doe gewoon je best. Dan kom je er wel”, besluit hij.
Hulp nodig met het opmaken van een renovatieplan? Klop gerust aan bij je provinciale steunpunt voor duurzaam bouwen en wonen. Zij stellen graag een plan met je op. Gratis, of aan een zeer democratische prijs (afhankelijk van je gemeente).
* Voor meer informatie over het compactaggregaat van Mathias of andere duurzame verwarmingstechnieken kan je terecht bij Ecopuur in Nevele.
Dit artikel is geschreven door de Ecobouwers-redactie, in samenwerking met Ecopuur. Ecobouwers heeft als doel duurzame projecten, materialen of diensten in de kijker te zetten om duurzaam (ver)bouwen te stimuleren in Vlaanderen. Wil je als professional zelf een duurzaam project, materiaal of dienst in de kijker zetten? Stuur je vraag gerust naar info [at] ecobouwers.be.