Ecobouwers is bereikbaar tijdens het opendeurweekend via 02/282 19 42 en info@ecobouwers.be

Godfried en Julie renoveerden een industrieel appartement in Brussel met recuperatiematerialen

Naast het keukeneiland, zijn er nog talloze elementen gerecupereerd in het appartement van Godfried en Julie in Anderlecht. 

Een voormalig pakhuis werd gerenoveerd door een projectontwikkelaar. De karakteristieke elementen en industriële charme verdwenen helaas onder een laag witte gevelpleister. Toch zagen Julie en Godfried nog een mogelijkheid om één van de appartementen - met gietijzeren kolommen, een betonvloer en ruwe wanden - in ere te herstellen. Zij kozen niet voor het standaard grondplan, maar gingen in zee met twee architecten om het karakter van het oude pakhuis eer aan te doen en dat op een ecologische manier. 

Van begin tot einde: hoe is jullie project verlopen? 

Julie: “Godfried is podiumtechnieker en ik ben postdoctoraal onderzoekster in de filosofie.  We zochten een woonst op een centrale plek, met een treinverbinding op een steenworp afstand. Ook belangrijk voor ons: een ruimtelijke plek met veel licht, en een mogelijkheid om buiten te zitten. Toen we het oude pakhuis in Anderlecht bezochten, zagen we meteen dat er veel mogelijkheden waren: het was volledig open, met nog een aantal authentieke elementen zoals gietijzeren kolommen, een brute betonvloer en bakstenen muren.”

De muren werden open gelaten, de vloeren zijn oude planken van een treinwagon. 

Godfried: “De projectontwikkelaar had de cascoruimte brandtechnisch in orde gemaakt. We kregen een standaardplan van de ontwikkelaar voor de verdere inrichting van het appartement met veel binnenmuren en kleine hokjes. Dat was het echt niet voor ons. We hebben het appartement juist gekocht  omdat er geen muren in stonden en omdat we het open karakter konden behouden. We zochten een architect die het licht en de ruimtelijkheid kon behouden. Uiteindelijk zijn we zelfs met twee architecten in zee gegaan! 

We zijn geland op een open leefruimte, twee slaapkamers, een badkamer, een toilet en bergruimte. Je kan nu van de ene kant van het appartement naar de andere kijken en het licht kan helemaal doordringen. De draaiende deurpanelen werden bekleed met spiegels aan de kant van de leefruimte. Zo zorgen deze deuren ook in gesloten stand voor een gevoel van ‘door’ de volledige ruimte heen te kijken. De ruwbouw, sanitair, elektriciteit en schilderwerken werden gerealiseerd door Duda Wieslaw - een aannemer uit Brussel, en het volledige interieur op maat - binnenwanden, binnendeuren en het vaste meubilair- werd uitgevoerd door Atelier Ternier. Al bij al hebben de bouwwerken ongeveer een jaar geduurd.” 

EPB-score is één ding, maar soms moet je ook durven beslissen om het anders te doen. Sommige dingen zijn niet meetbaar, zoals karakter, leesbaarheid, demonteerbaarheid en duurzame materialen."

Waarom een architect inschakelen voor een casco appartement?

Godfried: “Julie wilde initieel wel veel zelf doen en ontwerpen, maar dan kom je snel uit bij de standaard indeling die niet per se het beste is voor de ruimte. Een architect zou ons helpen om het appartement op een andere manier te bekijken en betere keuzes te maken. Dat is ook echt zo gebleken: de hal heeft de vorm van een trapezium waardoor de leefruimte mooi uitwaaiert en er royale doorzichten ontstaan. Er werden grote deuren voorzien die privacy bieden maar nog steeds het licht reflecteren. Er stroomt daglicht binnen in de badkamer door bovenramen te plaatsen en de keuken ligt in een slimme hoek, parallel met de gietijzeren liggers. Daar waren we zelf nooit op gekomen.” 

De stalen liggers zijn nog zichtbaar en zorgen voor een industrieel uiterlijk. Om zo weinig mogelijk extra materialen te gebruiken, is de vloer nauwelijks opgehoogd en afgewerkt met een egalisatielaag. 

Julie: “We hadden altijd al een duurzame mindset en zijn enorme fan van recup en tweedehandsmeubels, maar we hadden er nog niet over nagedacht om dat ook volledig in ons project te integreren. Tijdens een eerste gesprek met Jasper van Veldhuis Architectuur hebben we verteld over onze liefde voor recup, tweedehands en het zichtbaar laten van de authentieke elementen en toen is bij ons allebei de klik gekomen dat we de duurzame richting uit wilden. Toen kwam Kjell van Karibu Architecture in het spel, omdat hij een ecologische focus heeft en bekend is met de Brusselse context.”

Kjell van Karibu Architecture: “In dit project werd er zoveel mogelijk van de oorspronkelijke materialen behouden en werd er vaak gekozen om materialen uit te sparen. De muren werden bloot gelaten, de leesbare, open structuur met de stalen poutrellen speelt een centrale rol en de vloeren werden nauwelijks opgehoogd. Alles wat we nieuw binnenbrachten, is demonteerbaar en ecologisch. Veranderingen of wijzigingen kunnen heel eenvoudig plaatsvinden, en hebben nauwelijks impact op de afvalberg.”

Wat maakt het project zo ecologisch en circulair? 

Kjell: “Samen met Godfried en Julie hebben we besloten om in te zetten op ecologische en circulaire materialen in de casco ruimte. De houten roostering aan het plafond werd ingevuld met rotswolisolatie en bekleed met Fermacell. Nieuwe binnenwanden bestaan uit houten stijlwanden en werden ingevuld met rotswol en afgewerkt met OSB of papiervezel droogbouwplaten. We wilden zo weinig mogelijk van de vrije ruimte afnemen en zoveel mogelijk materialen behouden, dus het was nog een uitdaging om bekabeling en afvoeren weg te werken. We wilden initieel ook de ruwe betonvloer zichtbaar laten, en daarom hebben we gekozen om de vloer enkel op te hogen bij de badkamer, technische berging, het nachtgedeelte, de slaapkamers en gang om afvoer en bekabeling weg te werken .De ophoging is gebeurd met een houtstructuur die opgevuld werd met kurkkorrels. Op die manier zijn de leidingen altijd nog bereikbaar.” 

“Uiteindelijk bleek het trouwens toch niet mogelijk om de betonvloer zoals ze was te behouden. Om een akoestische ontkoppeling naar de onderbuur toe te realiseren, hebben we de vloer in de leefruimte minimaal opgehoogd. We hebben gekozen voor een droge dekvloer met een beperkte hoogte van 3 cm. Deze gipsvezelplaten met een dun laagje houtwol kunnen circulair gedemonteerd worden. Als afwerking werd er een egalisatielaag geplaatst die het ruwe karakter van het oorspronkelijke fabriekspand naar boven haalt. Die laag werd verder niet afgewerkt. Er is dus geen chape of extra laag geplaatst, wat weer materialen uitspaart. Zoals je merkt, hebben we heel erg gekeken naar toegankelijkheid van de technieken en materialen en naar de ecologische voetafdruk. Godfried en Julie gingen zelf trouwens ook op zoek naar leuke recuperatiematerialen.” 

Julie: “In de gang en de slaapkamers hebben we gerecupereerd hout van oude wagons gebruikt als parket. We gingen het hout halen bij Identity-2, waar je kon kiezen in welke mate het hout 'afgewerkt' is. We kozen voor het ruwe hout, met zwarte verfstrepen op. Uiteindelijk hebben we die wel netjes laten schuren en lakken. Bij Rotor DC waren er solden en daar hadden we lang op voorhand al oude keramische tegels op de kop getikt voor in de inkom, berging en de badkamer. Die tegels hebben hier dus lang gestaan en uiteindelijk was het nog een beetje puzzelen hoe we ze konden inpassen. Recupmaterialen komen met hun eigen handleiding. Ook andere elementen zoals de wastafels, de handenwasser en het keukeneiland werden tweedehands aangekocht. Het keukeneiland komt van Pakhuis Noord in Nederland: een hele onderneming omdat we die al vroeg hadden aangekocht, waardoor we het eiland een hele tijd bij mijn ouders in Leuven hebben moeten stockeren. Ook vervoeren was niet eenvoudig door de grootte en het gewicht, maar we zijn er heel blij mee.” 

In de gang en de slaapkamers hebben we gerecupereerd hout van oude wagons gebruikt als parket."

Het invallende licht in de "bibliotheek" vindt zijn weg door het appartement naar de woonkamer, door een slimme indeling en maatwerk van Atelier Ternier. 

Jullie hebben zo veel mogelijk authentieke elementen behouden. Betekent dat ook dat je hebt moeten inboeten op andere vlakken? 

Godfried: “We hebben het appartement eind 2021 gekocht, dus we hebben heel veel samengezeten en alles doorgepraat. Elke beslissing is doordacht geweest. We hebben het project echt laten rijpen, en zijn zelf ook erg betrokken geweest. Elke keuze is dus onderbouwd.” 

Jasper van Veldhuis Architectuur: “Inderdaad, alles is heel grondig overwogen. De keuze om de vloer zoveel mogelijk te behouden en de bakstenen zichtbaar te laten, was een esthetische en materiaalbesparende keuze. Dat is een afweging: moeten de muren en vloeren nog extra geïsoleerd worden of niet? De bakstenen muur is 4 tot 5 bakstenen dik en ligt aan de zuidkant. Daar hebben we kunnen besluiten dat de warmteverliezen beperkt zouden zijn.”

Godfried: “Daar ben ik zo blij mee. Die muren maken het appartement echt wat het is. Onze buren hebben hun karakteristieke welfsels bedekt met gyproc, en niet eens met isolatie tussen. Eeuwig zonde.” 

Jasper: “Bij de vloer hebben we uiteindelijk wel beslist om bijkomend akoestisch te isoleren, maar om geen vloerverwarming te leggen. Er konden geen zonnepanelen gelegd worden, dus een warmtepomp zou te duur zijn in verbruik en bovendien zouden dan alle ruimtes voorzien moeten worden van vloerverwarming of convectoren. Om materialen te besparen, ruimte te behouden en de mogelijkheden van het appartement niet te hypothekeren, hebben we in overleg met Julie en Godfried besloten om de cv-ketel te behouden. Dat wil niet zeggen dat er in de toekomst geen groene verwarmingstechnologie in de plaats komt. Maar nu niet. Duurzaamheid heeft verschillende facetten. EPB-score is één ding, maar soms moet je ook durven beslissen om het anders te doen. Sommige dingen zijn niet meetbaar, zoals karakter, leesbaarheid - want het contrast tussen de vaste structuur en flexibele onderdelen is groot-, de demonteerbaarheid en de duurzame materialen. 

Godfried en Julie: "Elke beslissing is doordacht geweest. We hebben het project echt laten rijpen, en zijn zelf ook erg betrokken geweest." 

Waren jullie sterk betrokken bij het bouwproces? 

Godfried: “Hoewel we vroeg beslist hebben om veel uit te besteden, zijn we toch wel erg betrokken geweest. We probeerden het zoveel mogelijk op te volgen en kenden de plannen van de architecten ook door en door. Zo wisten we het snel als er iets mis ging. Aannemers kijken niet altijd op de centimeter, maar juist in dit project kwam het heel nauw. Een centimeter verschil zou funest zijn geweest voor het maatwerk en het houtskelet van Atelier Ternier voor de natte ruimtes. Bovendien hebben we de bouwcoördinatie helemaal op ons genomen. We planden de verschillende aannemers in, regelden de verhuislift, zorgden dat de planning vlot liep.”

Jasper: “De coördinatie die Godfried en Julie op zich hebben genomen, maakt zo’n 5 tot 12% uit van de totale bouwkost. Coördinatie vergt veel tijd en ruimte, en als je dat uitbesteedt, kan de kost hoog oplopen. Godfried en Julie hebben onze plannen erg goed opgevolgd en hebben er veel tijd in gestoken.”

Kjell: “De samenwerking tussen architect en bouwheer was in dit geval heel goed. De participatie was heel groot, en Godfried en Julie dachten altijd mee na. Je leert van elkaar in zo’n projecten.”

Het is belangrijk dat bouwheren ook weten welke materialen er gebruikt worden, waarom er voor bepaalde dingen gekozen worden en waar ze hun geld in steken."

Hebben jullie als architecten veel bijgeleerd uit dit project? 

Jasper: “Voor mij was het de eerste keer om zo’n intensief gebruik van recuperatiematerialen door te voeren. Je moet een knop afzetten in je hoofd, omdat het plan waarschijnlijk nog zeker 3x gaat wijzigen. Naar volgende projecten toe neem ik uit dit project mee hoe je een ruimte kan renoveren met respect voor de geschiedenis en hoe je het architecturaal overeind kan houden. Het tweede ding dat ik meeneem, is hoe waardevol het is om materialen uit te sparen. Het is een zoektocht: de juiste schroeven en bouten vinden, de juiste afwerkingsmaterialen en de inpassing van recupmateriaal, maar het is helemaal de moeite waard.”

Kjell: “Wat ik nog eens bevestigd heb gekregen, is dat we zeker moeten zijn van ons stuk als ecologische bouwers. We moeten bij onze waarden blijven. Traditionele aannemers gaan altijd zeggen dat ze het al veel langer doen en dat ze de kneepjes van het vak kennen. Op de werf wordt er nog te vaak naar de snelste oplossing gegrepen of worden er petrochemische materialen gebruikt omdat ze dat “zo gewend zijn.” Maar als je hen uitleg geeft over waarom je voor bepaalde materialen of ontwerpen kiest, en je geeft er voldoende toelichting bij, dan trek je daar ook anderen in mee. Ken je stiel, en wees zeker dat je het bij het rechte eind hebt.”

De maquette voor het appartement geeft een goed beeld van hoe de ruimtes zijn ingedeeld. 

Godfried: “Het is niet enkel belangrijk om de principes van ecologisch bouwen aan de aannemer uit te leggen, maar ook aan de bouwheren. Wij waren al heel erg “mee” met recupmaterialen, maar van circulair en ecologisch bouwen kenden we nog niet veel. Het is belangrijk dat bouwheren ook weten welke materialen er gebruikt worden, waarom er voor bepaalde dingen gekozen worden en waar ze hun geld in steken. Van sommige dingen moet je weten dat ze op lange termijn renderen en veel onderhoud gaan besparen.” 

Jullie beste tip voor andere mensen die duurzaam en circulair willen renoveren?

Julie: “Zet door. Neem geen genoegen met een mindere optie. Wij hebben veel tijd en moeite gestoken in het zoeken naar recuperatiematerialen. Die zijn niet altijd makkelijk te vinden, en het kost bovendien veel tijd. Maar een bouwproces is erg tijdgevoelig. Soms moeten er ad hoc beslissingen gemaakt worden en zijn de deadlines erg strak. Veel mensen zouden dan teruggrijpen naar nieuwe materialen die altijd beschikbaar zijn. Wij zijn achteraf gezien zo blij dat we hebben doorgezet en de recupmaterialen echt in ons schema hebben gezet om het precies zo te maken zoals we wilden.”