Er gaat heel wat warmte verloren als je dak maar matig geïsoleerd is. De beste methode om een plat dak bijkomend te isoleren is via een zogenaamde ‘warmdakconstructie.’ Je isoleert je dak dan van buitenaf. Maar bestaan er nog andere manieren om je plat dak te isoleren? Evelien Willaert, specialist duurzaam bouwen bij Dialoog geeft de belangrijkste aandachtspunten mee.
Hoe dik moet je je dak isoleren?
De dakisolatienorm bepaalt dat alle zelfstandige woningen over een minimale dakisolatie met een warmteweerstand (R-waarde) van 0,75 m²K/W moeten beschikken. Maar die norm ligt laag. Als je je dak volgens de minimumnorm zou isoleren, dan heb je alsnog veel warmteverlies tijdens het stookseizoen en je krijgt nog steeds te maken met oververhitting in de zomer. Wil je bovendien genieten van een premie, dan moet je wel zes keer beter isoleren dan de norm, ofwel een minimale R-waarde van 4,5 m²K/W behalen. Wees dus gerust wat ambitieuzer en streef naar een R-waarde van 5 à 10 m²K/W. Je zal het je niet beklagen.
Hoe dik moet je isoleren en met welk isolatiemateriaal? Lees het artikel: Hoe dik moet je eigenlijk isoleren?
Plat dak: dampdicht en met speciale opbouw
Onder platte daken verstaan we in de meeste gevallen daken met een flauwe dakhelling, net voldoende om het regenwater dat erop terechtkomt vlotjes naar de afvoerpijpen te leiden. Hiervoor is een waterdichte dakafdichting vereist.
Het spreekt voor zich dat dakpannen of leien zich hier niet toe lenen, zelfs niet als er een onderdak werd geplaatst. Een dergelijke opbouw met dakpannen is een ‘dampopen’ opbouw, die toelaat dat damp die zich in de opbouw bevindt, naar buiten kan uitdrogen. Een dampopen opbouw kan je enkel toepassen bij daken met een helling van minstens 15°.
Een dakafdichting voor een plat dak, die waterdicht moet zijn om infiltratie van stagnerend water tegen te gaan, is per definitie veel te dampdicht om uitdroging van vocht naar buiten toe te laten. Net die eigenschap zorgt ervoor dat platte daken een specifieke opbouw vereisen.
Een plat dak met een waterdichte afdichting heeft dus een speciale opbouw nodig. Maar dat geldt ook voor hellende of gebogen daken die zoals een plat dak afgewerkt worden met synthetische of bitumineuze dakafdichtingen. Ook hellende groendaken hebben onderliggend een platte dakopbouw. De isolatiemethode wordt dus niet zozeer bepaald door de dakvorm, wel door de keuze van de buitenafwerking op vlak van dampopen-of dampdichtheid.
1. Warm plat dak - je dak langs de buitenzijde isoleren
Bij platte daken is een dampopen opbouw naar buiten toe dus niet mogelijk. Door hun relatief dampdichte buitenafwerking zijn platte daken dan ook risicovollere opbouwen dan andere: de kans op inwendige condensatie is groter. Dit kan op termijn tot bouwschade leiden.
Bij daken zonder dampopen buitenafwerking is het doel dan ook om de risico’s tot een minimum te beperken. Dat doen we door de isolatie als compact pakket bovenop de draagstructuur te plaatsen, waarbij er tussen het dampscherm en de dakafdichting enkel isolatie zit, dus geen luchtlagen, hout of (hellings)beton. Deze isolatiemethode noemen we een ‘warm plat dak.’
Opbouw van een massief warm plat dak (links) en warm plat dak met houten draagstructuur.
Links (van boven naar onder): dakafdichting, drukvaste thermische isolatie in twee lagen, dampscherm, hellingsbeton, draagstructuur, binnenafwerking.
Rechts (van boven naar onder): dakafdichting, drukvaste thermische isolatie in twee lagen, dampscherm, dakvloer (houten platen of planken), hellingsspieën, houten draagstructuur, binnenafwerking
Een plat dak isoleer je best van buitenaf. Dit wordt ook wel een 'warm plat dak' genoemd.
Opbouw warm plat dak
Hier wordt het even technisch. We leggen je precies uit hoe je zo’n warm plat dak opbouwt.
Bovenop een correct gedimensioneerde massieve of houten draagstructuur, met voldoende afschot (helling) en voldoende vlak, plaats je achtereenvolgens meestal een dampscherm, drukvaste thermische isolatie in één of twee lagen, een synthetische of bitumineuze dakafdichting en eventueel ballast.
Dampscherm
Bij bestaande platte daken kan de oude dakafdichting soms behouden blijven en dienst doen als dampscherm. Of je een dampscherm nodig hebt en welk soort dampscherm, wordt door heel wat factoren bepaald: de vochtproductie en ventilatie van het gebouw, de opbouw, het soort isolatiemateriaal, de bevestiging van de verschillende lagen en de hoeveelheid zon die op je dak schijnt. Aan de hand van een aantal vereenvoudigde regels kan je aannemer of ontwerper dit bepalen. In elk geval kan het nooit kwaad om een dampscherm te voorzien (ook als het eigenlijk niet nodig is) of om voor een dampscherm met een betere dampdichting te kiezen. Soms is een dampscherm ook nodig om de luchtdichtheid van de dakopbouw te verzekeren, zoals in geval van een houten draagstructuur.
Het dampscherm moet tegen de dakopstanden (dakranden, opgaande muren, koepels, enz.) omhoog geplooid worden tot boven de bovenkant van de (nog te plaatsen) isolatie. Op die manier kunnen dampscherm en dakafdichting tegen elkaar aansluiten, zodat de isolatie helemaal ingepakt is.
Isolatie
Op het dampscherm plaats je druk- en maatvaste thermische isolatieplaten. Kies enkel isolatie die door de fabrikant geschikt is bevonden als warm plat dakisolatie. Het kan gaan om synthetische platen, om isolatie met minerale grondstoffen (rotswol, cellenglas) of uit plantaardige grondstoffen (kurk, houtwol). Gebruik van gespoten polyurethaan wordt afgeraden, omdat een correcte plaatsing van de dakafdichting hierop onmogelijk is.
Door twee lagen isolatie te plaatsen, waarbij de tweede laag de voegen in de eerste laag overlapt, en/of te kiezen voor platen met tand en groef (ook wel “sponning” genoemd), verklein je de kans dat de voegen koudebruggen worden.
Dakafdichting
De dakopbouw wordt vervolledigd met een bitumineuze of synthetische dakafdichting die bovenop de isolatie wordt geplaatst en aan de randen aansluit tegen het dampscherm. Afhankelijk van het soort dakbedekking bestaat de dakafdichting uit één of meerdere lagen.
Bevestiging
Zowel het dampscherm, de isolatie als de dakafdichting kunnen op verschillende manieren geplaatst worden: losliggend, deels of volledig verkleefd of mechanisch bevestigd. Bij losliggende plaatsing van één of meerdere onderdelen is ballast (grind, groendak, tegels) noodzakelijk.
2. Koud plat dak - je plat dak langs de binnenzijde isoleren
Ben je je woning aan het renoveren en heb je alles aan de binnenkant gestript? Dan kom je misschien wel in de verleiding om je plat dak via de binnenzijde te isoleren, door isolatie tussen de houten balken te plaatsen of tegen de onderzijde van de draagstructuur te bevestigen. Dit heet een ‘koud plat dak.’ Deze optie lijkt makkelijker en goedkoper dan isolatie bovenop het dak te laten plaatsen, maar het is geen goed idee. Dit zijn opbouwen met een zeer groot risico op inwendige condensatie en bouwschade. Heb je een oude woning met een dergelijke opbouw, dan kun je deze best omvormen tot een warm dak.
Lees meer over isoleren van je plat dak aan de binnenzijde: wat zijn de risico’s en de oplossingen?
Voorafgaand: inspectie van je bestaande plat dak
Inspectie van de draagstructuur
Wil je isolatie plaatsen op een bestaand plat dak, dan is een voorafgaandelijke inspectie noodzakelijk. Laat controleren of de draagstructuur van het dak en van de onderliggende muren nog in goede staat is of verstevigd moet worden, bijvoorbeeld om na de werken het bijkomend gewicht van zonnepanelen te kunnen dragen. Wanneer stabiliteitswerken nodig zijn, moet je hiervoor beroep doen op een architect.
Inspectie van de bestaande dakafdichting
Wanneer de bestaande dakafdichting in goede staat is, voldoende vlak is en voldoende afschot (helling) heeft, kan ze behouden blijven en dienst doen als dampscherm. Als de dakhelling onvoldoende is en/of het dak is niet voldoende vlak (plasvorming), dan is het noodzakelijk de bestaande dakafdichting te verwijderen en de onderliggende draagstructuur aan te passen, zodat zowel een goede afwatering als een volledige ondersteuning van de isolatieplaten verzekerd zijn. Dit is nodig om doorbuiging en lekken in de dakafdichting te vermijden.
Inspectie van de helling van je dak
Als het dak voldoende vlak is, maar de helling ontoereikend, dan kan je overwegen om gebruik te maken van afschotisolatieplaten. Dat zijn isolatieplaten met een geïntegreerde helling. Ze zijn duurder, maar je spaart er de kosten van de noodzakelijke dakaanpassingen mee uit.
Inspectie van de dakranden
De kans is groot dat de dakranden onvoldoende hoog zijn om (bijkomende) dakisolatie te kunnen plaatsen. Verhoog de dakranden met isolerende bouwblokken (bijvoorbeeld cellenbeton) en maak van de gelegenheid gebruik om dakoversteken te maken.
Voorbereidende werken aan je bestaande plat dak
Aansluiting aan je muren
Bij bestaande woningen met muren die niet of slechts beperkt geïsoleerd zijn (bijvoorbeeld muren met enkel spouwvulling) raden we aan om aan ter hoogte van alle vrijstaande voor-, achter- en zijgevels een dakoversteek te voorzien van 30 centimeter. Een dakoversteek schermt niet alleen de onderliggende muren af van de regen, ze laat ook toe om (later), zonder aanpassingen aan het dak, tot 26 centimeter buitenmuurisolatie te plaatsen. Die 26 cm is de maximale dikte die je mag plaatsen zonder dat dit als een uitbreiding van de woning wordt beschouwd. Dit mag evenwel mag niet tegen elke gevel en je hebt er ook een vergunning voor nodig. Voor de voorgevel is meestal niet meer dan 14 cm toegelaten. Informeer je op voorhand bij de dienst ruimtelijke ordening van je gemeente hierover.
Deze ingrepen zorgen ervoor dat je (later) zonder aanpassingen aan de dakrand buitenmuurisolatie kunt plaatsen zonder koudebrug tussen dak- en muurisolatie.
Dakrand bestaande situatie (links), dakrand verhoogd met cellenbeton, dakoversteek en dakisolatie en, plaatsing van buitenmuurisolatie (rechts)
Waterkering en extra isolatie bij opgaande muren en koepels
Ter hoogte van de aansluitingen met opgaande muren zal je moeten nagaan of de bestaande waterkering voldoende hoog is opgetrokken. Ook hier kan je beter meteen de voorbereidende werken voor latere muurisolatie uitvoeren door al een verticale strook isolatie tegen de onderkant van de muur te plaatsen, waarvan de bovenkant minstens 15 cm boven het hoogste punt van de dakafdichting komt. Ter hoogte van daklichten gebruik je verhoogde geïsoleerde opstanden.
Dakisolatie met strook verticale isolatie tegen de opgaande muur.
Pas je schouwen aan
Niet gebruikte en/of asbesthoudende schouwen breek je best af. Schouwen die nog gebruikt worden vervang je door dubbelwandig geïsoleerde inox schouwen.
Bij sommige platte daken, bijvoorbeeld in het geval van een dak met een houten roostering en een bestaande dakoversteek, is het mogelijk dat er buitenlucht tussen de draagstructuur kan circuleren, ook na het plaatsen van dakisolatie bovenop het dak. Dat heeft een negatieve impact op de prestaties van de thermische isolatie. Om dit tegen te gaan moet de volledige dakrand mee ingepakt worden met isolatie, tot tegen de buitenkant van de onderliggende muren. Soms zijn er ook andere oplossingen mogelijk. Bij twijfel of bij complexe situaties neem je beter een architect onder de arm, die correcte bouwdetails kan uittekenen waarop de aannemer zich kan baseren.
Dakisolatie met kurk
Toekomstgericht isoleren
Thermische isolatie plaats je om de warmteverliezen en (in de zomer) warmtewinsten via het dak te beperken. Wil je toekomstgericht bouwen, denk dan ook na over het soort materiaal en hoe je het plaatst. Een correcte plaatsing verlengt de levensduur van een constructie.
Kies zoveel mogelijk voor materialen met gerecycleerde en/of hernieuwbare grondstoffen en materialen die aan het einde van hun levensduur gedemonteerd kunnen worden om ze daarna te recycleren of – nog beter – te hergebruiken. Zo hoeven er geen nieuwe grondstoffen gewonnen te worden.
> Hier vind je een overzicht van bio-ecologische isolatiematerialen
> Lees meer over bio-based bouwen
Het is bijvoorbeeld beter om van oude isolatieplaten nieuwe isolatie te maken dan ze te vermalen tot granulaten. Vermalen betekent immers waardeverlies: het nieuwe product is minderwaardig aan het oorspronkelijke product. Een losliggende plaatsing of mechanische bevestiging van de verschillende onderdelen is dus beter dan verlijmen: het verhoogt de kans op hergebruik van de materialen of recyclage van de grondstoffen.
Materialen die voor 100% uit hernieuwbare grondstoffen bestaan, zonder toevoeging van (synthetische) toeslagstoffen, kunnen aan het einde van hun levensduur gecomposteerd worden. Dit geldt uiteraard niet enkel voor de isolatiematerialen, maar voor alle bouw- en afwerkingsmaterialen die je gebruikt.
Conclusie
Correct isoleren is dus veel meer dan het plaatsen van een dik isolatiepakket. Zo weinig mogelijk onderbrekingen in de isolatielaag, een voldoende dampdichte en perfect luchtdichte laag plaatsen aan de binnenzijde, een juiste opeenvolging van materialen en de aanwezigheid van een goed werkend ventilatiesysteem: ze zijn allemaal van belang om vochtproblemen te vermijden en om warmteverlies te vermijden.
Dat is bij het plaatsen van een warm plat dak niet anders, ook al durven sommige uitvoerders dat wel eens vergeten. Offertes altijd goed nakijken is dus de boodschap. Staat er een essentiële stap niet op de offerte? Dan wordt die waarschijnlijk ook niet uitgevoerd. Vraag een gedetailleerde offerte met afzonderlijke prijzen per post. Dit moet je toelaten om na te gaan of alle posten voorzien zijn en om verschillende offertes te vergelijken.
Hulp nodig? Weet dan dat de adviseurs van de Steunpunten Duurzaam Bouwen je graag verderhelpen. Wil je nog meer weten over het isoleren van je dak? Lees dan dit artikel van Livios.
Dit is een verkort artikel dat eerder verscheen in ecologisch magazine De Koevoet. Al 30 jaar lang is duurzaam bouwen en wonen een kernthema. Maar het magazine gaat breder in zijn onderwerpen: energiebesparing, fauna en flora, voeding, mobiliteit en al wat daarbij aanleunt. Vraag je gratis proefnummer aan via www.dialoog.be/dekoevoet