De kosten van lintbebouwing en verspreid wonen lopen torenhoog op. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van VITO, dat onder andere de kostprijs voor infrastructuur, autoverkeer en verharding onder de loep neemt. Maar er is ook goed nieuws, want datzelfde onderzoek toont tevens aan hoe we dankzij een doordachte bouwshift miljoenen kunnen besparen.
Het prijskaartje van ruimtelijke wanorde
Het onderzoek vergelijkt de kosten voor de samenleving van vier soorten gebieden: stadswijken, dorpskernen, verkavelingen en verspreide bebouwing. Er is één duidelijke trend: hoe verspreider de bebouwing, hoe hoger de maatschappelijke kosten.
Zo is er bij verspreide bebouwing tien keer meer infrastructuur nodig dan in een stadskern. De kostprijs voor wegenonderhoud en nutsvoorzieningen ligt er per gebouw zeven keer hoger.
Als samenleving betalen we ook veel geld voor het extra autoverkeer als gevolg van verspreid wonen. In de stad gebeurt een kwart van de verplaatsingen te voet of met de fiets, in verspreide bebouwing is dat slecht 5%. Mensen die verspreid wonen zitten wekelijks twee uur langer in de auto dan stadsmensen. De kosten voor de samenleving van de files en ongevallen die bij dat extra verkeer horen, zijn dubbel zo groot in verspreide bebouwing dan in stadskernen.
Verder blijkt dat er in verspreide bebouwing vier keer meer verharding per gebouw is dan in de stadskern. Met alle gevolgen van dien voor bijvoorbeeld waterbeheer. Hoog tijd om het roer om te gooien.
De hoogste tijd om miljoenen te besparen
De volgende decennia zal de Vlaamse bevolking groeien van zes naar zeven miljoen inwoners. Die hebben uiteraard allemaal een woonplaats nodig. Als we verder bouwen in de open ruimte zoals we de afgelopen decennia deden, zullen de daaraan gelinkte maatschappelijke kosten verder de hoogte in schieten.
Als we echter inzetten op een bouwshift naar de stads- en dorpskernen, kunnen we als samenleving honderden miljoenen euro’s per jaar besparen, zo verduidelijkt het onderzoek.
- Als we erin slagen om de inname van open ruimte te beperken zoals het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen voorziet, kunnen we minstens 250 miljoen euro per jaar besparen voor wegenonderhoud en nutsvoorzieningen.
- Een ambitieuzer scenario levert potentieel zelfs 380 miljoen euro per jaar op, door ontharding ook open ruimte teruggeven.
- Voor mobiliteit lopen de uitgespaarde kosten op tot liefst 1 à 2 miljard euro per jaar.
Mochten politici die dit lezen nog meer redenen nodig hebben om vaart te zetten achter een bouwshift: het onderzoek wijst er verder op dat zo’n shift ook heel wat andere voordelen oplevert, denk maar aan meer ruimte voor hernieuwbare energie, minder luchtvervuiling of meer mogelijkheden voor een goed openbaar vervoer.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk via Bond Beter Leefmilieu.
Om meer te weten te komen over BENOveren kan je altijd de BENOvatiebrochure van het Vlaams Energieagentschap downloaden.