Al jaren worstelen opeenvolgende Vlaamse regeringen met de bouwshift: niet langer bouwen in de open ruimte, maar wel in de stads- en dorpscentra. Dat die shift echt nodig is, bleek twee weken geleden nog maar eens, bij de overstromingen in de Westhoek. Met het recent gepubliceerde rapport van de ‘taskforce bouwshift’ ligt de handleiding ervoor op de tafel van deze Vlaamse regering.
Eerder dit jaar lanceerde een opvallend brede coalitie van Boerenbond, Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu, Netwerk Architecten Vlaanderen en Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning een dringende oproep aan de Vlaamse overheid om de zo noodzakelijke bouwshift betaalbaar te houden. Grootste bezorgdheid was dat men niet langer de geïndexeerde aankoopprijs, maar wel de huidige marktwaarde als vergoeding zou gaan betalen wanneer slecht gelegen bouwgronden omgezet zouden worden naar open ruimte. De rekening zou op die manier in de miljarden lopen, wat de bouwshift onbetaalbaar en de facto onuitvoerbaar maakt.
Degelijk voorbereidingswerk
Naar aanleiding van de oproep besliste minister Demir om een ‘taskforce bouwshift’ in het leven te roepen. Deze onderzocht, vertrekkende van correcte, geactualiseerde cijfergegevens, hoe de bouwshift in de praktijk gerealiseerd kan worden. Het eindrapport is degelijk onderbouwd met cijfers en data, geeft een beter zicht op het ruimtebeslag en bevat tal van concrete voorstellen over de verschillende onderdelen van de bouwshift. Denk aan verdichting in de kernen stimuleren, verstedelijking in het landbouwgebied tegengaan of slecht gelegen bouwgronden neutraliseren.
3 vaststellingen
De eerste belangrijke vaststelling uit het rapport: in Vlaanderen verdwijnt nog altijd gemiddeld 5 hectare aan open ruimte per dag. Volgens de visie van de Vlaamse overheid moet dit dalen naar 3 hectare tegen 2025 en 0 hectare tegen 2040. Zonder bijkomende maatregelen zal dit niet haalbaar zijn. Bovendien blijkt het bijkomend ruimtebeslag in landbouwgebieden groter te zijn dan in woon- of industriegebieden. Dat zorgt voor een steeds grotere verrommeling op het platteland. Een resultaat van het lakse beleid rond zonevreemde gebouwen in landbouwgebied.
Tweede vaststelling: de verdichting in stads- en dorpscentra is al volop bezig. Vier vijfde van de nieuwe woningen worden nu al gebouwd in de centra. Bij renovaties van oude woningen komen er spontaan meer wooneenheden op dezelfde oppervlakte.
Derde vaststelling: om de bouwshift te doen slagen, moet circa 30.000 ha aan harde bestemmingen omgezet worden naar open ruimte. Dat zal een werk van jaren zijn. Het rapport stelt een logisch stappenplan voor: start met die gebieden die van belang zijn voor de waterhuishouding, die een grote meerwaarde voor natuur hebben of die van belang zijn voor klimaatadaptatie. Zo worden verschillende maatschappelijke doelen tegelijk gerealiseerd.
Kostenplaatje
Uit het rapport van de taskforce blijkt dat de kost voor de overheden kan oplopen tot liefst 30 miljard, indien 100% van de huidige verkoopwaarde betaald moet worden aan de eigenaars. Zo wordt de bekommernis uit de open brief van de coalitie bevestigd. Dit scenario maakt een bouwshift onmogelijk.
De taskforce werkte daarom verschillende alternatieve scenario’s en voorstellen uit om de planschade alsnog betaalbaar te houden voor overheden en tegelijk billijk voor eigenaars. Het is nu aan de Vlaamse regering om hier een politieke keuze in te maken.
lees het rapport van de taskforce
ERIK GRIETENS