De gerenoveerde hoeve van Evi en Alexander kan genomineerd worden voor de gezelligste woning van de provincie Antwerpen. Een huis vol authentieke elementen en speelgoeddinosaurussen. En buiten? Een moestuin en bloemenperkjes die het resultaat zijn van de groene vingers van hun zoontjes. Een plek die bovenal duurzaam en toekomstgericht is, en waar de materialen zorgvuldig gekozen werden.
Laten we beginnen bij het begin. Hoe zijn jullie aan de oude boerderij gekomen?
Evi: “We waren eigenlijk helemaal niet op zoek naar een huis. We woonden vroeger maar een eindje verder en daar waren we wel content. Daarna verhuisden we voor een paar jaar naar Kopenhagen voor het werk van Alexander, toen we toevallig dit huis tegenkwamen op een immosite. We zagen de foto’s in Denemarken en dachten: “amai, wat een krot.” Eens terug in België passeerden we hier, omdat het toch om de hoek was, en ik was meteen verliefd. Alexander zag het eerst niet zo zitten. We moesten echt door de rommel heen kijken, en dat is een understatement. Je kon binnenkijken in de eerste ruimte, maar naar de rest was het gissen omdat het tjokvol stond met rommel. We zijn uiteindelijk 4 keer komen kijken voor we een bod deden.”
Dus jullie kochten een serieuze opknapper. En toen?
Evi: “Mijn neef is architect en zo zijn we beginnen praten. Het authentieke wilden we absoluut bewaren. De ziel moest erin blijven, en over het algemeen is dat ook heel erg goed gelukt. De houten balken van het dak zijn gebleven, we hebben de stalen latei behouden en ook zijn heel wat ramen gerecupereerd. Uiteindelijk zijn de ramen wel in de constructie van het tuinhuis beland, en hebben we exacte replica’s laten maken om in het huis te plaatsen.”
Alexander: “We wisten best goed wat we wilden met het huis. Alleen de poort was een probleem: die moest en zou er in blijven. De architect mocht doen wat ie wilde, maar de authentieke poort aan de voorgevel mocht geen raam worden zoals je vaak ziet bij gerenoveerde hoeves. Het eerste plan werd getekend, en ja hoor: de poort was een raam geworden op de tekening. Uiteindelijk zijn we toch gezwicht. Ook de vide in ons huis was een idee van de architect. Wij wilden alles dichtmaken en twee verdiepingen creëren, maar de architect vond het een goed idee om een deel open te houden voor het licht en de ruimtelijkheid. De beste beslissing van ons leven.”
Jullie architect dacht duidelijk goed mee. Was dat met alle bouwpartners het geval?
“Daar hebben we eigenlijk veel geluk mee gehad. We zijn begonnen met de zandstraler. Er moest een houten balk van het dak opgelapt worden. Toen onze vaste waarde hiervoor kwam kijken was hij helemaal onder de indruk van ons project. “Mag ik jullie gevel ook doen?“ vroeg hij. We wilden dit wel maar pas op het einde van het bouwproces omdat we ons budget eerst anders wilden gebruiken. Niet veel later is hij er dan toch al aan begonnen onder het mom van “als de ramen er al in zitten dan vraag ik drie keer zo veel.” Een heel aangename mens, later heeft hij de keuken onder handen genomen. Hij heeft ook de dakwerker aangeraden, die dan weer de metser en de elektricien heeft aangeraden. Zo kregen we een leuk kettinkje van vakmensen die elkaar kennen en weten wat ze kunnen. De vakmensen die we zelf aanspraken waren meestal niet mee met het ecologische verhaal, wat essentieel is bij projecten zoals deze.”
Is de ecologische insteek er altijd al geweest bij jullie?
Evi: “Nee, niet echt. Met naar Denemarken te verhuizen is de liefde voor ecologisch wonen er wel ingeslopen. De Deense manier van bouwen is ook heel groen. Toen we terug naar België verhuisden, merkten we dat we meer bezig waren met het klimaat dan voorheen. Onze vrienden, ecobouwers uit Emblem, hebben ons ook geïnspireerd. Vroeger was het echt een ver-van-ons-bed-show, dat ecologisch bouwen. We hadden het idee dat alleen mensen met geitenwollensokken dat deden. Zelf met de handen in de leem? Nee, dat zagen we eerst niet zitten. En zijn die ecologische materialen wel betrouwbaar? Nu weten we wel beter.”
Hebben jullie het gevoel dat duurzaam bouwen ook duurder is?
Alexander: “Nee, totaal niet. Soms kan het wel eens duurder uitpakken omdat de aannemers niet zo goed weten wat ze ermee aan moeten. Onze fundering met schelpen werd bijvoorbeeld wel tegengewerkt door de ingenieur en dan kost het allemaal meer tijd en geld. De aannemers waar wij mee werkten, waren wel nieuwsgierig en wilden het proberen. Achteraf zeiden ze dan: “Amai, dat gaat eigenlijk perfect.”
Voor ons was het heel belangrijk dat de woning rolstoeltoegankelijk is. We hebben geen opstapjes, kleine trapjes of vervelende friemeltjes die de doorgang bemoeilijken. De huidige wasruimte is een toekomstige zorgunit.
Jullie hoeve heeft nog veel authentieke elementen, hebben jullie veel gerecupereerd?
Evi: “We hebben zo veel mogelijk van de oude hoeve behouden. We hebben zelf het meeste van de afbraak gedaan en samen met onze zoontjes alle stenen gekuist. In de structuur zijn er nog een heel aantal authentieke elementen zichtbaar. Verder hebben we veel tweedehands op de kop kunnen tikken. De portiek, de smeedijzeren raamversiering, maar ook de keuken is gerecupereerd. Een nieuwe keuken zat totaal niet in het budget. Bij de standaard keukenzaken vind ik de ontwerpen zo ‘clean’ en zonder karakter. Op tweedehands.be zijn we gaan kijken voor een keuken met een marmeren blad. Voor een appel en een ei was dat in orde, ik heb de kastjes toen zelf geverfd, en de oude indeling helemaal veranderd. Nu past ie perfect in ons interieur.”
“We hebben de opzet van de keuken, en eigenlijk ook van de rest van het huis, bewust erg ruim gehouden. Voor ons was het heel belangrijk dat de woning rolstoeltoegankelijk is. We hebben geen opstapjes, kleine trapjes of vervelende friemeltjes die de doorgang bemoeilijken. De huidige wasruimte is een toekomstige zorgunit. Als er ooit iets gebeurt, met ons of onze ouders , dan staat alles klaar. Er is een doucheaansluiting, wateraansluiting, een slaapgedeelte, een eigen deur naar buiten. We zijn klaar voor alle scenario’s, wat de toekomst ook mag brengen. Een rolstoel kan er in elk geval overal door.”
Jullie zijn blijkbaar erg tevreden met jullie woning?
Evi: “Ja, we vinden het echt heel fijn hier. Het wooncomfort is ook zalig. Het is constant 21° C binnen door onze warmtepomp met diepteboringen. Zowel in de winter als in de zomer. Verder hebben we nog wat kleine plannen zoals zonnepanelen. Achter in de tuin gaan we een stuk bos aanplanten, net voorbij de kippen. Die hebben we trouwens allemaal geadopteerd.”
Zouden jullie achteraf gezien andere keuzes gemaakt hebben?
Alexander: “Ik ben best volhardend in wat ik graag wil. De puntgevel moest er bijvoorbeeld komen. Qua esthetiek ben ik best een pietje precies. Symmetrie, mooie afwerking en duurzaamheid waren gewoon een must om dat geitenwollensokkenimago (wat een woord nvdr.) van duurzaam bouwen tegen te gaan. We zijn oprecht zo fier op ons huis en hoe we het aangepakt hebben. Ons huis heeft karakter en we wonen er heel graag in. Ik denk dat we niets zouden veranderen, behalve misschien de vloer uit silicaat. Goed materiaal, maar de vloer beneden heeft een laag coating te weinig gehad en daardoor komen er nu wat krassen en deuken in. Maar dat kan allemaal bijgewerkt worden, het huis kan veel imperfecties verdragen en dan nog is het perfect voor ons.”