De energie van je eigen zonnepanelen opslaan, zelfbedruipend worden, onafhankelijk zijn van het net: thuisbatterijen spreken tot de verbeelding. Helaas klinkt de realiteit minder optimistisch: een thuisaccu is een investering die voorlopig nog bijzonder moeilijk terug te verdienen is. Maakt de introductie van de digitale meter een verschil? Wij zoeken het uit.
Ecobouwers advies
Dankzij de digitale meter zal een thuisbatterij in de toekomst een mooie aanvulling op je PV-installatie worden. Op dit moment zijn thuisbatterijen echter nauwelijks rendabel. De aankoopprijs van de batterij én de bijkomende installatie ligt nog te hoog om de investering binnen redelijke termijn te laten renderen.
Over enkele jaren zou het tij kunnen keren, wanneer de prijs van de batterijen zakt. Je kunt nu al checken op de simulator van VREG of een thuisbatterij interessant is voor jou.
De huidige situatie: het elektriciteitsnet als batterij
Wekken je zonnepanelen meer elektriciteit op dan je verbruikt, dan vloeit die stroom naar het net. Je analoge meter draait dan terug. Produceren je zonnepanelen minder energie dan je verbruikt, dan tap je extra stroom van het net af. Zo doet het net dienst als één grote batterij. Je meter registreert dit op- en neergaande stroomverkeer, maar enkel door heen of terug te draaien. Zo’n teller geeft dus een vertekend beeld: in werkelijkheid doe je vaker een beroep op het net dan de stand op je teller doet vermoeden.
Als PV-bezitter (zonnepanelen) betaal je daarom het prosumententarief: een forfaitair bedrag dat gebaseerd is op de capaciteit van je geïnstalleerde omvormer(s). Dat extra tarief betaal je omdat je het stroomnet in twee richtingen gebruikt: voor afname en injectie van stroom; en omdat je terugtellende meter je werkelijke elektriciteitsafname niet prijs geeft.
Dankzij een thuisbatterij doe je minder vaak een beroep op het net. In een thuisbatterij kan je de stroom die je zonnepanelen produceren namelijk zelf opslaan en later verbruiken. Met een thuisbatterij verhoog je je zelfconsumptie gemakkelijk tot 50 procent en meer. Of deze keuze rendabel is, hangt af van verschillende factoren.
Is een thuisbatterij rendabel voor mij?
Aan een thuisbatterij hangt momenteel sowieso een stevig kostenplaatje. Afhankelijk van het type thuisbatterij en de leverancier, betaal je voor een thuisbatterij gemakkelijk tussen 4.000 en 10.000 euro. Premies zijn er nog niet (binnenkort misschien wel). Met zo’n prijskaartje is het zo goed als onmogelijk de investering snel terug te verdienen.
Weet ook dat een thuisbatterij alleen niet genoeg is: om optimaal gebruik te maken van de voordelen heb je ook zonnepanelen en een aangepaste omvormer nodig. Ook deze installaties vergen een investering.
Gelukkig dalen de prijzen van thuisbatterijen zienderogen. Specialisten menen dat een verdere prijsdaling tot 80% mogelijk is in de volgende 5 à 10 jaar. Bovendien kunnen oude accu’s van elektrische wagens gemakkelijk omgebouwd worden tot thuisbatterijen. In het zog van de elektrificatie van onze mobiliteit, zou de wereldwijde markt van opslagtechnologie in woningen wel eens een hoge vlucht kunnen nemen.
Scenario 1: Thuisbatterij zonder zonnepanelen
Zonder zonnepanelen kan je de investering in een thuisbatterij onmogelijk terugverdienen. In principe kan je ervoor zorgen dat de accu enkel ‘s nachts oplaadt, aan het goedkopere nachttarief. In de praktijk spaar je daar op jaarbasis gemiddeld amper 100 euro mee uit. Aan dat tempo duurt het 40 à 50 jaar voor je de goedkoopste batterij terugbetaald ziet. Als je weet dat de levensduur van een thuisbatterij geschat wordt op 10 tot 20 jaar, berg je dat plan best terug op in de kast.
Scenario 2: Thuisbatterij met PV-panelen en klassieke terugdraaiende meter
Beschik je wel over zonnepanelen, dan kan je je batterij overdag opladen aan je eigen PV-panelen. Een aangepaste omvormer is cruciaal om de installatie te laten werken, maar in ruil voor die investering kan je het aandeel van je zonnepanelen in je eigen energievoorziening optrekken van gemiddeld 30 procent naar wel 70 tot 80 procent.
Met een klassieke meter heeft dit echter weinig zin. Je hebt namelijk al een batterij: het net. En daar betaal je ook voor, via het prosumententarief. Zolang je een klassieke meter hebt draaien, in welke richting ook, zal je het prosumententarief moeten betalen. Je totale energiefactuur daalt dan met geen euro. Geen goed idee dus.
Scenario 3: Thuisbatterij met PV-panelen en een bidirectionele meter
Een bidirectionele meter is - in tegenstelling tot een klassieke analoge meter - uitgerust met twee afzonderlijke tellers. Eentje voor buitengaande, en eentje voor binnenkomende elektriciteit. Met een bidirectionele meter ontloop je wel het prosumententarief. De gemiddelde Vlaming kan er zo’n 360 euro per jaar mee uitsparen. Dit bedrag, plus wat je uitspaart door hoofdzakelijk je eigen energie te verbruiken, maakt een thuisbatterij al wat interessanter.
Toch heeft een bidirectionele meter ook nadelen. Je betaalt enerzijds enkele honderden euro's voor de plaatsing en je verliest het voordeel van een terugdraaiende teller: een fictief nulverbruik van 0 euro is niet meer mogelijk. Je zult steeds een deel van je stroom van het net moeten halen, en daarvoor ook moeten betalen.
Een cijfervoorbeeld
Een klassiek Vlaams gezin verbruikt 3600 kWh per jaar. Met een batterij kan je 70% van je eigen verbruik zelf voorzien. Dat betekent dat je 1080 kWh van het net zult moeten halen. De rekening van je energieleverancier wordt dan:
- 1080 kWh aan 0,25 kWh betekent een rekening van 270 euro
Je zult waarschijnlijk ook stroom injecteren op het net, namelijk op die momenten dat je minder stroom verbruikt dan je opwekt. Op dit moment krijg je echter geen vergoeding voor de elektriciteit die je ‘te veel’ produceert. Er bestaat (nog) geen markt voor het verkopen van die overtollige stroom. Er zijn wel plannen in die richting, maar momenteel mag je er niet op rekenen.
Wel spaar je het prosumententarief uit. Een installatie van 4 kW produceert per jaar gemiddeld 3600 kWh per jaar. Het jaarlijks prosumententarief bedraagt gemiddeld in Vlaanderen 360 euro.
Dat betekent dat je per jaar 90 euro bespaart met een bidirectionele meter.
In het geval je reeds een aangepaste omvormer bezit, moet je enkel een thuisbatterij en bidirectionele meter aanschaffen en laten installeren. Stel dat je er in slaagt dit voor 5000 euro rond te krijgen, dan bedraagt de terugverdientermijn een halve eeuw.
Ligt je verbruik hoger en slaag je er in om je zelfconsumptie hoger op te krikken, dan zal je de terugverdientijd lager liggen. Maar zelfs in de meest gunstige situatie laat de installatie van een thuisbatterij zich moeilijk terugverdienen.
Vanaf 01-01-2021 zou er mogelijks een regeling komen, die voorziet in het verkopen van je zelf opgewekte elektriciteit op het net. Meer details zijn echter nog niet beschikbaar.
Scenario 4: Thuisbatterij met PV-panelen en een digitale meter
Binnen 15 jaar moet elke woning in Vlaanderen een digitale meter hebben. Voor PV-bezitters ligt de deadline op eind 2022. Wat een bidirectionele meter kan, kan een digitale meter ook. En meer. Zo bevat een digitale meter ingebouwde communicatietechnologie die jouw verbruiksgegevens deelt met je netbeheerder. Manueel je verbruik doorgeven hoeft niet meer. Een digitale meter kan ook makkelijk gelinkt worden aan apps, energiemonitors of aan (slimme) toestellen in huis. Daardoor kan je met een energiemonitor in real time je energieverbruik opvolgen, grote verbruikers in huis detecteren, stroomlekken opsporen en toestellen slim sturen.
Na een beetje experimenteren lukt het je vast ook om je zelfconsumptie - het onmiddellijke stroomverbruik uit je eigen zonnepanelen - op te krikken naar een hoger percentage, waardoor je energierekening lager zal uitvallen. Voor de meeste gezinnen zal dit een interessantere optie zijn dan het aanschaffen van een thuisbatterij.
Met PV-panelen en een digitale meter heb je verschillende opties.
- Je kiest ervoor het ‘terugdraaiende teller’-systeem te behouden
Je kunt kiezen om te blijven genieten van je ‘terugdraaiende teller’ - nog maximaal vijftien jaar lang - en je betaalt dan verder het prosumententarief. Als consument ben je zeker van de opbrengst van je PV-installatie, maar investeren in een thuisbatterij is niet interessant. De rekensom die we maakten in scenario 2 geldt ook in deze situatie.
- Je kiest ervoor netkosten te betalen
Maar er is ook een andere optie. Daarbij betaal je netkosten in functie van je effectieve netgebruik. Het prosumententarief betaal je niet meer, maar wel je werkelijke elektriciteitsafname van het distributienet. Volgens de VREG (de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt) zal vermoedelijk 60 procent van de eigenaars van zonnepanelen minder betalen in dit scenario.
Deze optie is wel interessant voor mensen met thuisbatterijen of met elektrische wagens die overdag de eigen zonneproductie kunnen gebruiken bijvoorbeeld. De mate waarin je je eigen opgewekte energie meteen weet te verbruiken is bepalend. Energiemeters, elektrische wagens en thuisbatterijen kunnen je daarbij helpen, maar gezond verstand ook.
- door je vaatwasmachine en wasmachine meer overdag te gebruiken
- door de timer van je warmwaterboiler bij te stellen
- door je warmtepomp alleen overdag warm tapwater te laten aanmaken
- etc.
Slimme sturingen kunnen dit automatiseren en optimaliseren, maar zijn niet altijd nodig. Ze verbruiken zelf ook energie, en hebben een prijskaartje.
Eigenaars van zonnepanelen kunnen op de website van de VREG simuleren wat de nieuwe regeling je zal kosten of opbrengen. En welke optie het best is in jouw situatie. Voor PV-eigenaars die meer elektriciteit verbruiken dan opwekken, geldt meestal dat het percentage zelfconsumptie hoger ligt dan het gemiddelde. De nieuwe regeling zal in dat geval gunstig voor hen uitvallen.
Met te veel zonnepanelen in verhouding tot je verbruik zal het percentage zelfconsumptie daarentegen een stuk lager liggen. Vermoedelijk zal de optie met het principe van een terugtellende meter in dit geval interessanter zijn.
De simulator licht ook toe of de aanschaf van een batterij in jouw situatie opportuun is. Voor mensen met een warmtepomp samen met PV-panelen geeft de simulator echter een vertekend beeld: de mate van zelf-consumptie wordt overschat. Zijn zijn bijna altijd beter af met het principe van een terugtellende meter.
Sowieso kan je de aanschaf van een batterij om economische redenen beter nog even uit te stellen. Hoewel de principes duidelijk zijn en de techniek klaar is om breed uitgerold te worden, loopt het beleid nog achter. De komende maanden en jaren vallen er grondige wijzigingen te verwachten in de tariefstructuur en zal je investeringplan voor een thuisbatterij vaak herzien moeten worden. Zolang er geen duidelijkheid is op lange termijn, blijft een investering in een thuisbatterij onzeker.
De digitale meter
Binnenkort wordt je oude terugtellende meter vervangen door een digitale meter. Met een digitale meter wordt je productie en verbruik van elektriciteit wél apart geregistreerd. Zo weet je energieleverancier exact hoeveel stroom je van het net haalt. Daarop worden dan de gewone nettarieven toegepast, zoals bij elke andere elektriciteitsgebruiker. Het prosumententarief verdwijnt dan ook.
Voor een woning met zonnepanelen en een digitale meter geldt dan: hoe minder stroom je van het net moet halen, hoe minder je moet betalen. Het komt er dus op aan je stroomverbruik zoveel mogelijk af te stemmen op de momenten waarop je zonnepanelen stroom opwekken. Dat heet zelf-consumptie. Hoe gelijktijdiger verbruik en opwekking verlopen, hoe lager je stroomfactuur.
Je verbruik afstemmen op de momenten dat je PV-panelen stroom leveren is makkelijker gezegd dan gedaan. De meeste huishoudens verbruiken vooral ’s avonds elektriciteit en niet overdag, wanneer de zon schijnt. Wie zijn woning met een warmtepomp verwarmt, heeft bovendien vooral ‘s winters elektriciteit nodig, net wanneer zonnepanelen maar weinig opbrengen. Op dat moment wordt de investering in een thuisbatterij interessant. Een thuisbatterij kan het het aandeel van je zonnepanelen in je eigen energievoorziening optrekken van gemiddeld 30 procent naar wel 70 tot 80 procent.
Daarom is een thuisbatterij een mooie aanvulling voor je PV-installatie eens je een digitale meter in je woning geplaatst hebt. De batterij zal in dalmomenten jouw energie-overschotten opslaan. Die overschotten gebruik je wanneer er geen energie rechtstreeks uit je zonnepanelen te halen valt. Toch is een thuisbatterij niet bij elke zonnepaneleninstallatie geschikt.
Meer lezen: De nieuwe digitale meter: wat moet je weten?
Conclusie
De komende jaren zal je uit de aankoop van een thuisbatterij weinig tot geen financieel voordeel halen. Toch hoeft het geen zinloze aankoop te zijn. Thuisbatterijen kunnen een gevoel van veiligheid geven bij eventuele stroomstoringen. Daarnaast passen thuisaccu’s ook binnen een filosofie van zelfbedruipendheid op vlak van energievoorzieningen: je bent er zeker van dat de energie die je verbruikt 100% groen is én dat het gaat om de energie die je zelf opgewekt hebt. Daarnaast bieden batterijen mogelijkheden op vlak van ondersteuning van het netbeheer, waar later eventueel een compensatie voor verkregen kan worden. Maar dat is vandaag nog niet het geval, en moet nog onderzocht en uitgetest worden.
In Duitsland is dat wel al het geval: zelf je eigen opgewekte energie gebruiken levert daar meer op dan aan het elektriciteitsnet leveren. Bij onze Oostburen gaan batterij-installaties daarom wel veelvuldig over de toonbank. De prijzen liggen nog erg hoog (5000 euro en hoger), maar over een vijftal jaar zouden geschikte batterijen voor huishoudens beschikbaar moeten zijn voor 1.000 a 2000 euro. Tot die tijd zullen thuisbatterijen vooral interessant zijn voor voorlopers en minder voor diegenen die op zoek zijn naar een onmiddellijk financieel rendement.
Meer lezen:
Dit artikel maakt deel uit van een reeks artikels rond de slimme woning. “De slimme woning” is een project van Bond Beter Leefmilieu, EnergieID en Efika Engineering, gesteund door de provincie Vlaams-Brabant.