Ecobouwers is bereikbaar tijdens het opendeurweekend via 02/282 19 42 en info@ecobouwers.be

Wat is veranderingsgericht bouwen?

LabLand

Een woning die met je meegroeit doorheen de tijd, zich aanpast aan je behoeften en toch weinig aanpassingen vraagt. Dat is in een notendop Veranderingsgericht bouwen. Evelien Willaert, adviseur en lesgever duurzaam bouwen van Dialoog, schetst de voordelen en de belangrijkste principes.

Veranderingsgericht bouwen

Met een veranderingsgericht bouwplan zorgen vooruitziende architecten ervoor dat je woning mee evolueert met je behoeften en verwachtingen. Slechts kleine ingrepen en een beperkt budget zijn nodig om je woning aan te passen aan een nieuwe situatie.

Veranderingsgericht bouwen biedt dan ook heel wat voordelen: aanpassingen vragen minder financiële kosten, geven minder hinder en zorgen voor minder transport, minder grondstoffenverbruik en minder afvalstromen.

Toekomstgericht, slim en aanpasbaar

Wie precies wil weten wat onder veranderingsgericht of dynamisch bouwen verstaan moet worden, kan ten rade gaan bij OVAM, de Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij:

Veranderingsgericht ontwerpen en bouwen is een ontwerp- en bouwstrategie die er van uitgaat dat de noden en wensen van gebruikers en de maatschappij zullen blijven veranderen. Het doel is dan ook gebouwen te creëren die die verandering efficiënt ondersteunen. Aanpasbare demonteerbare gebouwen verkleinen bovendien de kans op leegstand en verkommering wanneer een gebouw niet meer aan de actuele noden voldoet. Wanneer het bovendien mogelijk is om gebouwelementen te demonteren en recycleren – of, nog beter, te hergebruiken – kunnen heel wat materiaalkringlopen gesloten worden.”

Maar wat houdt veranderingsgericht bouwen precies in? Kunnen we blijven bouwen zoals we eigenlijk al eeuwenlang doen, of dringt een andere aanpak zich op?

Tijd als ontwerpparameter, verandering als sleutelwoord

De levensduur van een gebouw, en dan vooral van de gebouwschil (muur, dak, vloer), overstijgt meestal zijn oorspronkelijke bestemming of functies. Bij woningen geldt zowel dat het aantal bewoners toe- en afneemt in de tijd, als dat hun ruimtebehoefte wijzigt. In Vlaanderen gaat een wezenlijke wijziging vaak gepaard met een verhuis naar een andere, meer geschikte woonentiteit. Wie honkvaster is, is daarentegen misschien meer gebaat bij een eenvoudig aan te passen gebouw: vrij in- en opdeelbaar, uit te breiden en in te krimpen naargelang de behoeften. Het hoeft geen betoog dat dit niet alleen een ontwerpuitdaging is, ook flexibele stedenbouwkundige regels zijn nodig.

Bij niet-residentiële gebouwen volgen nieuwe gebruikers en andere bestemmingen zich vaak nog sneller op. Zo is een gebruiksduur van 3 jaar voor een commerciële ruimte niet uitzonderlijk. Bij een pop-up – een tijdelijke invulling van leegstaande handelspanden, vaak als winkel of restaurant – is de maximumduur van de handelshuur zelfs beperkt tot één jaar. Hoe korter de gebruiksduur van een gebouw, hoe wenselijker het is dat het gebouw flexibel kan inspelen op nieuwe functies. Bij het ontwerpen van aanpasbare gebouwen zal tijd dan ook een wezenlijke rol toebedeeld moeten krijgen.

‘Verandering’ het sleutelwoord is om onze gebouwen toekomstbestendig te maken.

24 ontwerprichtlijnen

Om ontwerpers en bouwheren handvaten aan te reiken om veranderingsgericht bouwen in de bouwpraktijk te integreren, ontwikkelde OVAM een matrix met 24 concrete ontwerprichtlijnen op 3 niveaus: element-, gebouw- en wijkniveau. Zowel de verschillende componenten zelf, als de onderlinge verbindingen (interfaces) en de verhouding van verschillende onderdelen ten opzichte van elkaar (compositie) vormen de kern.

Gebouwelementniveau

Gebouwelementen, zoals bijvoorbeeld muren of daken; bestaan uit verschillende onderdelen, die met elkaar verbonden worden en samen één geheel vormen. Wil je veranderingsgericht bouwen dan moet je rekening houden met deze drie aspecten:

  • De onderdelen
  • De verbinding
  • De opbouw of compositie van de onderdelen

Maar wat betekent dit concreet?

De onderdelen van een gebouwelement zijn idealiter zowel duurzaam, hergebruikt als compatibel. Met duurzaam wordt hier bedoeld slijtvast, een lange levensduur en een lage onderhoudsfrequentie. Door gebruik te maken van afbraakmaterialen moeten geen nieuwe grondstoffen gewonnen en verwerkt worden. Gestandaardiseerde en onderling verwisselbare componenten vertrekken van vaste afmetingen en kunnen makkelijker vervangen worden of, na herstelling of aanpassing, opnieuw ingezet al dan niet in een andere configuratie.

Uit welke materialen of grondstoffen deze onderdelen ook zijn opgetrokken: alles staat of valt met de onderlinge verbindingen. Omkeerbaarheid is hierbij het sleutelwoord. Omkeerbare verbindingen maken het mogelijk om een gebouwelement te demonteren zonder beschadigingen, waardoor het hergebruikt kan worden. Essentieel hierbij is dat dit snel en met eenvoudige tools kan gebeuren: zo weinig mogelijk en vlot toegankelijke verbindingen die door iedereen met behulp van standaard gereedschap gedemonteerd kunnen worden.

Onderdelen en verbindingen samen vormen de gebouwelementen. Niet elk onderdeel van een gebouwelement heeft echter dezelfde levensduur. Wanneer bijvoorbeeld technieken geïntegreerd worden in gevelelementen, kan het niet de bedoeling zijn om de ganse gevelbekleding te demonteren wanneer de technieken (bijvoorbeeld na 15 jaar) al aan vervanging toe zijn, terwijl de gevelbekleding nog gerust 20 jaar kan blijven hangen. Fysische gelaagdheid in functie van de verwachte levensduur moet dergelijke situaties vermijden. Elk onderdeel moet daarenboven onafhankelijk bevestigd zijn van de andere onderdelen. Wanneer de onderste plank van een gevel gedemonteerd moet worden, wil je liever niet eerst alle bovenliggende planken demonteren.

Ten slotte kan de prefabricatie van gebouwelementen een groot voordeel opleveren om aan bovenstaande eisen te voldoen. Bijkomende voordelen zijn het inkorten van de werfduur, het verminderen van bouwafval en verlagen van de kostprijs. 

Gebouwniveau

Op de bouwplaats worden gebouwelementen samengevoegd tot een gebouw. Op deze schaal moet dezelfde oefening gemaakt worden: in een toekomstgericht gebouw zijn omkeerbaarheid en onafhankelijkheid essentieel. Ze moeten toelaten om een gebouw selectief te demonteren. Niet alle bouwdelen hebben immers dezelfde levensduur, niet alle aannemers hebben de beroepsbekwaamheden om alle gebouwcomponenten (bijvoorbeeld technische installaties of draagstructuren) te ontmantelen. Gebouwelementen moeten duidelijk te onderscheiden zijn en geassembleerd met omkeerbare verbindingen, zodat ze op een eenvoudige manier onderhouden, vervangen, hersteld en hergebruikt kunnen worden. Dit zal uiteraard een impact hebben op de materiaalkeuze, waarbij aspecten zoals luchtdichtheid, akoestisch comfort en oververhitting speciale aandacht moeten krijgen.

Op zich zijn de principes van demonteerbaar bouwen niet nieuw. Binnen de sector van monumentenzorg is ‘omkeerbaarheid’ van nieuwe ingrepen op waardevolle gebouwen een basisprincipe: nieuwe toevoegingen aan een waardevol gebouw moeten zonder schade verwijderd kunnen worden.

Gedemonteerde gebouwelementen worden bij voorkeur hergebruikt in hetzelfde gebouw, waar dit niet mogelijk is kunnen ze ook in andere bouwprojecten aangewend worden. De draagstructuur – de gebouwlaag met de langste levensduur – zal idealiter lang op één site blijven staan. Dit kan enkel als deze ook kan inspelen op gewijzigde functies. Vanuit dit oogpunt kan overdimensioneren van sommige structuren aangewezen zijn of moet de structuur achteraf gemakkelijk te verstevigen zijn, bijvoorbeeld om later eventueel extra verdiepingen toe te voegen. Hier zal naar een evenwicht gezocht moeten worden: het is niet aangewezen om elk gebouw tot in het oneindige uitbreidbaar te maken, want ook dit vertaalt zich in extra grondstoffen en een verhoogde bouwkost. Een open planindeling met verplaatsbare of beweegbare wanden laat toe om snel en efficiënt in te spelen op gewijzigde behoeften.

Wijkniveau

Ook op wijkniveau doet OVAM een aantal aanbevelingen die wijzigingen in de toekomst moeten vereenvoudigen. Deze gaan zowel over het gebruik van demonteerbare, eenduidige en bereikbare verbindingen tussen een gebouw en de infrastructuur en afscheidingen, hergebruik van bestaande gebouwen en infrastructuren, diversiteit, meervoudig gebruik van voorzieningen en verdichtingsmogelijkheden. Tot slot betreft de 24e ontwerprichtlijn de integratie van een veranderingsgericht ventilatiesysteem.

Voorbeeld 1

Shearing Layers

Een gebouw is samengesteld uit verschillende lagen, met elk hun eigen levensduur. De Britse architect Frank Duffy onderscheidde in een gebouw vier verschillende ‘Shearing layers’. In de jaren 90 van de vorige eeuw verfijnde de Amerikaanse auteur Steward Brand dit concept in zijn boek How buildings learn: What happens after they’re built tot zes lagen: op een site (1) met een eeuwige levensduur wordt een gebouw neergepoot waarvan de structuur (2) tot 300 jaar kan meegaan, waarrond de gebouwschil (3) als een huid wordt getrokken (buitenafwerking, isolatie, luchtdichtheid) die gemiddeld zo’n 20 jaar meegaat. Installaties en technieken (4) in een gebouw kennen een nog kortere levensduur van ongeveer 15 jaar, terwijl zowel de indeling van het gebouw (5) als de binneninrichting (6) dagelijks kunnen wijzigen. Het woord ‘meubilair’ is niet voor niets afgeleid van het Latijnse woord ‘mobilis’.

Wanneer deze verschillende ‘lagen van verandering’ in een gebouw onlosmakelijk met elkaar verbonden worden, zullen de verschillende lagen nooit hun potentiële levensduur bereiken en zijn ze gedoemd tot een vroegtijdige en integrale afbraak. Zonde van de energie en grondstoffen (inclusief water) die werden aangewend. Zelfs wanneer alle grondstoffen van deze gebouwen in een oneindige cyclus en zonder kwaliteitsverlies opnieuw ingezet zouden kunnen worden, wat overigens helemaal niet het geval is. Niet-omkeerbare verbindingen (zoals lijmen) bemoeilijken daarenboven nog eens de herbruikbaarheid van grondstoffen.

Voorbeeld 2

Labland

In Gent experimenteerde Labland deze zomer op de verlaten site van de Oude Dokken in Gent met een low tech demowoning, waarbij betaalbaarheid, demonteerbaarheid en het gebruik van recuperatiematerialen de uitgangspunten waren. Labland bracht ontwerpers, organisaties, experts en vrijwilligers samen om te experimenteren met natuurlijke en recuperatiematerialen en low tech technieken.

De woning werd door vrijwilligers opgetrokken in een open loods van DOK, een tijdelijke invulling van een zone waar in de toekomst een nieuwe Gentse woonbuurt zal ontstaan. Zo werden voor de structuur van het gebouw magazijnrekken gebruikt: deze modulaire elementen laten toe een woning aan te passen aan de behoeften. De volgende stap is de woning te demonteren en op een andere plaats op te trekken om effectief als woning te worden gebruikt. Momenteel is Labland op zoek naar een terrein waar de woning een vijftal jaar kan blijven staan. Op het einde van het project zal een uitgebreide handleiding vrij ter beschikking zijn voor wie zijn eigen demonteerbare woning wil optrekken. Labland krijgt de steun van het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer.

Volgend YouTube-filmpje geeft een mooi beeld van de opbouw van het project: https://www.youtube.com/watch?v=3IukEfCM4ig&feature=youtu.be

 

Dit is een verkort artikel dat eerder verscheen in ecologisch magazine De Koevoet. Al 30 jaar lang is duurzaam bouwen en wonen een kernthema. Vraag je gratis proefnummer aan via www.dialoog.be/dekoevoet 

Dialoog vzw is één van de provinciale steunpunten voor duurzaam bouwen, waar je professioneel en onafhankelijk advies kan krijgen - gratis, of voor een klein prijsje.

Wie zelf aan de slag gaat met een verbouwproject wordt bovendien goed op weg gezet dankzij de BENOvatiebrochure van het Vlaams energieagentschap. Hierin vind je - stap voor stap - het traject van een geslaagde verbouwing terug.

Wat is veranderingsgericht bouwen?
Evelien Willaert is adviseur en lesgever duurzaam bouwen van Dialoog, een organisatie die zich inzet voor de promotie van duurzaam bouwen en bewust wonen.
Wat is veranderingsgericht bouwen?
: In een gebouw kunnen we zes lagen onderscheiden, elk met hun eigen levensduur, aldus Steward Brand (How buildings learn, Steward Brand, 1994)
Wat is veranderingsgericht bouwen?
labland © Michiel Devijver:
Duurzaam bouwen en wonen is al meer dan dertig jaar een toonaangevend thema in de Koevoet. Maar het magazine gaat breder in zijn onderwerpen: energiebesparing, fauna en flora, voeding, mobiliteit en al wat daarbij aanleunt.