Als je kan wonen in een eikenbos, dan wil je het prachtige zicht en licht naar binnen halen. Een huis met een archetypische vorm, natuurlijke materialen en interessante doorkijkjes die het licht tussen de eikenbomen binnenlaten, maar ook schaduw omarmen in de zomer. Steven en zijn gezin zochten de balans tussen bouwen met én in de natuur.
Was een duurzaam huis altijd al een droom?
“Als burgerlijk ingenieur droomde ik er altijd al van om een huis te kunnen bouwen. Het duurzame aspect is er eigenlijk vanuit twee verschillende hoeken ingesijpeld: ik was geïnteresseerd in techniek, mijn vrouw in natuurlijke materialen. Ik was enorm bezig de technische kant van bouwen: ik ging naar bouwbeurzen, zocht me suf op het internet en belde met het WTCB om meer te weten te komen over duurzame technieken. Tijdens het bouwproces heb ik dan ook elke stap van dichtbij opgevolgd, en nam ik ook een aantal onderdelen voor mijn rekening zoals de electriciteit, ventilatie, vloerverwarming en nog 1001 andere kleine dingen.”
Bekijk hier de technische fiche van de woning van Steven
“Mijn wederhelft vond het dan weer belangrijk om te kiezen voor natuurlijke materialen in functie van onze gezondheid en die van onze kinderen. Bouwmaterialen met chemicaliën werden dus, hoewel ik zelf in de chemie werk, overal geweerd.”
“Van het moment dat je research doet over bouwen, kom je ook meteen heel veel tegen over duurzaam bouwen, en ook ons architectenbureau draagt duurzaamheid hoog in het vaandel. We kozen er dan ook voor om ons budget voornamelijk te spenderen aan ingrepen die achteraf niet zomaar te verbeteren of te veranderen zijn. Dan heb ik het uiteraard over isolatie, isolatie en nog eens isolatie.”
Jullie wonen in een eikenbos. Is dat toevallig?
“We wilden graag een uniek huis met karakter. Dat was me een zoektocht. We vonden uiteindelijk een stuk grond dat vol prachtige eiken stond. De bouwgrond lag in het midden van een bruisende woonwijk, op fietsafstand van Gent. Ik hoor je denken: wat was het addertje onder het gras? Uiteindelijk bleken dat de randvoorwaarden te zijn over hoe we op een duurzame manier een woning zouden kunnen integreren met respect voor de natuur. Hoewel we wel een aantal bomen moesten vellen, is een heel groot deel gespaard gebleven. Het concept was immers wonen in de natuur en dat doe je uiteraard mét die natuur. Doorheen het bouwproces zorgden we er ook voor, in samenwerking met een bevriende boomverzorger, dat we de bomen in de omgeving nooit beschadigden.”
We kozen ervoor om ons budget voornamelijk te spenderen aan ingrepen die achteraf niet zomaar te verbeteren of te veranderen zijn
Jullie worden omgeven door prachtige natuur, ranke eikenbomen en uitzonderlijk licht. Hoe staat het huis in verhouding tot de omgeving?
“Het huis zelf is fantastisch. Samen met de architecten van Robuust maakten we een plan dat optimaal gebruik zou maken van de lichtinval tussen de zomereiken, maar dat de schaduw ook als een vriend zou omarmen in warme zomers. We gebruikten een model om de lichtinval exact in te schatten, zodat de woning de ideale inplanting kreeg, maar later ook de juiste plaats voorzag voor bv. de zonnepanelen. Met behulp van de uitlopende dakspanten wordt de patio geleidelijk aan overdekt door een druivelaar en een passieflora, waardoor we eigenlijk een natuurlijke buitenzonwering hebben.”
“Het hoofddeel van de woning is hét archetype van een huis: een eenvoudige constructie met een zadeldak. Daarin schoof onze architect een houten volume met een zachtere dakhelling: aan de ene zijde zorgt dit voor de twee uitlopers van de U-vorm, langs de andere zijde zorgt dit voor een moderne dakkapel in de hoogte. De keuze voor thermowood als gevelafwerking voor dit deel zorgt voor een heel mooi contrast tussen de beide volumes.”
“Ook binnen de woning was er ruimte voor dynamiek: het werkgedeelte ligt twee treden lager dan het gelijkvloers, waardoor we aan onze bureau vanaf het mos naar boven kunnen uitkijken naar de kruinen van de bomen. Boven de keuken zorgt een vide dan weer voor een verrassende doorkijk op de eerste verdieping.”
Heb je gekozen voor duurzame materialen en waarom?
“We kozen voor een traditionele opbouw om de thermische inertie van ons huis te verzekeren. In de dakconstructie kozen we voor 6cm houtvezelplaat. Op die manier kreeg het dak een ononderbroken isolatieschil die bovendien vochtregulerend is. Dat effect werd nog versterkt door tussen de spanten 24 cm cellulose te blazen.”
“Ook aan de binnenkant kozen we een aantal duurzame materialen. Zo werden de muren bepleisterd met natuurgips (Gyproc X Pro) en kozen we eik en natuursteen als vloerbekleding. Onze badkamer werd opgetrokken in bamboe, zowel de vloer als het meubilair.”
Hoe verwarmen jullie je woning? Zijn er nog andere duurzame technieken aanwezig? Zijn jullie tevreden?
“De woning wordt verwarmd met een toprendement gascondensatieketel. Het alternatief van een warmtepomp werd tijdens het ontwerpproces grondig overwogen, maar bleek op dat moment nog iets minder interessant te zijn. Bouwen is vaak keuzes maken, maar ook zorgen dat je nadien opties open houdt. We voorzagen zo wel al de bekabeling om snel te kunnen overschakelen op een warmtepomp.”
“Net zoals vele andere Vlamingen hebben we ook zonnepanelen op ons dak die ons ongeveer evenveel elektrische energie leveren als hetgeen we verbruiken. Verder kozen we ook voor een ventilatiesysteem D en hadden we erg veel aandacht voor de luchtdichtheid in de vele hoekjes en kantjes van het huis. Om ons sanitair water efficiënt op te warmen, installeerden we een warmtewisselaar op het afvalwater in de douche. Op zich is dit een vrij beperkte investering die zich snel terugverdient in een woning waar de dames en heren zich elke dag moeten douchen.”
Wat was een speciaal moment in het bouwproces?
“Aan het begin van ons bouwproject nodigden we wat vrienden en familie uit om onze grond in te wijden. Met een bosfeest. De boodschap: “kom verkleed als een bosrijk figuur,” met gasten als boswachters, een roodkapje, een groen blaadje, een natuuractivist en een bosnimf tot gevolg. Ze plantten elk een hyacint, die nu mooi bloeien in het bos.”
En als je één tip zou mogen geven aan toekomstige (ver)bouwers, wat zou die dan zijn?
“Ik heb ongeveer duizend tips. Ik geef er graag eentje mee die niet zo vaak gegeven wordt: denk al vanaf het ontwerp van de woning na over de verlichting. Een nieuwbouwwoning kan zeker op het begin nog best kil aanvoelen qua sfeer. We wilden het warm en gezellig maken en maakten een lichtplan. Op die manier was het mogelijk om tijdig op de juiste plaatsen de nodige uitsparingen in beton of muur te voorzien. Onverwacht donkere hoekjes kunnen zo toch goed verlicht worden en dat geeft een heel fijne sfeer.”
“Oh ja, misschien nog een aanmoediging voor elke bouwer en verbouwer. Onderstaande spreuk hing bij ons in het groot uit op de werf. Ze kan van pas komen om moed te geven aan iedereen die het even niet meer ziet zitten:”
“Everything will be all right at the end, and if it’s not all right, then it’s not yet the end.”
Sunil Indrajit Kapoor – The Best Exotic Marigold Hotel – 2011