Woonvormen waarbij meerdere units eenzelfde gebouw of site delen - zoals appartementsblokken of cohousing-projecten - zijn ofwel voorzien van individuele ofwel van collectieve verwarming. Individueel is duidelijk: ieder zijn eigen ketel of warmtepomp. Maar voor collectieve verwarming is de puzzel moeilijker te leggen.
Voordelen van collectieve verwarming
- de installatie-, onderhouds- en vervangkosten worden gedeeld
- het rendement ligt hoger
- je moet zelf niets regelen
- je wint plaats
- je kan betere prijzen afdwingen bij de brandstofleverancier
Nadelen van collectieve verwarming
- je kan niet zomaar wisselen van leverancier
- zonder individuele meter zal je extra moeite om energie te besparen niet merken op je factuur
- beslissingen moeten vaak in samenspraak gebeuren
Collectieve warmtepompen
Een warmtepomp is doorgaans geen goedkope investering. Daarom loont het om in samenwoonprojecten of woontorens een collectief systeem te installeren. Zeker wanneer er ruimte is voor een captatienet onder de grond: graven is een duur werkje, maar wel eentje dat warmtepompen het beste rendement geeft. Als je de kost van de uitgraving of het boren kan delen over meerdere bewoners, spaar je een flinke duit uit.
Zelfs als het captatienet collectief is, hoeft de warmtepomp dat niet te zijn. Het is mogelijk om één grote warmtepomp te voorzien voor verschillende units, maar evengoed kan iedereen gebruik maken van een kleinere individuele warmtepomp, allemaal aangesloten op hetzelfde captatienet. Daarmee behoud je je soevereiniteit en het betere rendement. Welk systeem voordeliger is hangt af van project tot project.
Collectieve ketels
Ook gas- of pelletketels kunnen een volledig gebouw bedienen. Je wint plaats in je appartement, en het onderhoud en eventuele reparatiekosten worden geregeld door de syndicus en verdeeld onder de bewoners. Stressvrij dus. Bovendien laat het grotere volume aan brandstof toe om betere prijzen af te dwingen bij de leverancier.
Maar je kan niet kiezen bij welke leverancier. Dus je kan ook niet vrij wisselen. Hetzelfde geldt voor de elektriciteitsleverancier van je warmtepomp. Daarnaast kan je ook niet kiezen wanneer in het seizoen je begint met verwarmen.
En zonder individuele meters merk je het niet aan je factuur als je dit jaar extra je best deed om energie te besparen. Daarbovenop moet soms zowat elke verwarmingsgerelateerde beslissing eerst passeren langs de vereniging van mede-eigenaars. Kortom: goede afspraken maken goede buren.
Een speciale versie van een gedeelde gas-of pelletketel is de micro-WKK of warmtekrachtkoppeling. Dit toestel wekt zowel warmte als stroom op, en wint daardoor aan efficiëntie. Om de techniek rendabel te maken is wel een relatief groot verbruik nodig, waardoor het beter geschikt is voor collectieve verwarming in appartementen dan voor individuele woningen.
Warmtenet: collectieve ketel, individuele warmtewisselaar
Een warmtenet combineert een collectieve ketel met een individuele warmtewisselaar en meter. De bron is dus gedeeld, maar je verbruik wordt apart geregistreerd. Een warmtenet is duurzaam alternatief voor gasgestookte verwarmingsketels. De warmte wordt elders opgewekt in de buurt - bijvoorbeeld in een afvalverbrandingsoven - en wordt via goed geïsoleerde buizen naar woonwijken of andere gebouwen getransporteerd. Via een eigen warmtewisselaar tap je de warmte af, waarna je radiatoren of vloerverwarming de warmte verdelen over je woning. Je hebt geen individuele - maar ook geen collectieve - stookruimte meer nodig, geen rookgaskanalen en de installatie vraagt weinig tot geen onderhoud(skosten). Een bescheiden warmtewisselaar en een energiecontract volstaat. Helaas hang je wel vast aan je leverancier.
Appartementen individueel verwarmen
Met een individueel verwarmingssysteem heb je meer vrijheid om het brandstoftype vrij te kiezen - als de basisakte dat toelaat - en worden inspanningen om energie te besparen rechtstreeks beloond. Warmtepompen vallen onder de meest duurzame verwarmingssystemen die momenteel op de markt zijn. Maar voor appartementen zijn volledige individuele warmtepompinstallaties niet altijd vanzelfsprekend.
Een lucht-luchtwarmtepomp of een lucht-water warmtepomp (al dan niet op hogere temperatuur) zijn voor appartementen de meest interessante en duurzame alternatieven. Wel moet je woning dit technisch toelaten: je moet genoeg ruimte hebben om een buitenunit te plaatsen op het dak, tegen de gevel of in de tuin. Hou er bovendien rekening mee dat een buitenunit een beetje lawaai maakt (40 à 50 decibel) en de buren kan storen. Een buitenunit plaatsen in de buurt van een slaapkamerraam is vaak geen goed idee.
Heb je een lage energievraag, dan zijn infraroodpanelen eventueel ook te overwegen. Je elektriciteitsfactuur zal dan wel erg stijgen en hoger uitvallen dan als je de woning verwarmt met gas. Infraroodpanelen zijn vaak wel interessant als bijverwarming, in kamers die maar weinig worden gebruikt.