De compactmodule, compactaggregaat of het compacttoestel, is een all-in-one apparaat voor verwarming, ventilatie en sanitair warm water. Doordat het toestel alledrie deze functies vervlecht, neemt het minder plaats in dan wanneer je alle toestellen apart koopt. Om een compacttoestel rendabel te maken is een zeer lage energievraag in elk geval aangewezen: energieneutraal of passiefwoningniveau.
Wanneer wel?
je woning heeft een zeer lage energievraag
alle nodige leidingen, buizen en voorzieningen kunnen uitkomen in dezelfde technische ruimte
er is voldoende plaats in de technische ruimte (+/- 2 m²)
Wanneer niet?
je ventilatiekanalen monden niet uit in de technische ruimte
je woning is (nog) niet grondig geïsoleerd
je hebt geen ruimte buiten voor een extra buitenunit of captatieveld voor een warmtepomp
Een decennium geleden waaiden compactaggregaten onze contreien binnen vanuit Duitsland en Oostenrijk. Daar maakten ze al een tijdje furore. In België genoten ze vooral in passiefwoningen heel wat populariteit, maar de laatste jaren is hun ster tanende. Compacttoestellen zijn over het algemeen duurder dan wanneer je alle toestellen apart koopt, en wanneer één deel het laat afweten moet je mogelijk het geheel vervangen. Hoewel een compactmodule in principe toelaat dat alle toestellen perfect automatisch op elkaar afgesteld staan - en daardoor performanter zouden moeten zijn dan aparte toestellen - behaalt het geen spectaculair beter rendement. De warmtevraag in een Bijna EnergieNeutrale (BEN-) of passiefwoning is namelijk toch al zo laag dat de verschillen tussen een compacttoestel en de toestellen apart te verwaarlozen is.
Alleen wanneer ruimte schaars is komt dit toestel wel eens als winnaar uit de bus. Daarbij moet de woning ook uitgerust zijn voor een compactmodule. Alle nodige leidingen, buizen, etc. moeten namelijk uitkomen in de technische ruimte waar het toestel zal komen te staan. Maar ventilatie-units worden vaak verbannen naar de zolder om plaats te besparen. Bij het tekenen van de plannen hou je dus best al rekening met je voorkeur voor een compacttoestel, als je die hebt.
Comfortabel?
Als er één aspect is waar het compactaggregaat de eerste prijs met glans wegkaapt, dan is het op vlak van comfort. Alles in één betekent ook: een besturing die alles automatisch voor jou regelt. Stel via het enkele display gewoon de gewenste temperatuur en ventilatiestand in, en je bent vertrokken.
Toch hebben sommige modellen een groot nadeel. Modellen waarbij de warmte verdeeld wordt via het ventilatiesysteem - en dus niet via radiatoren of vloerverwarming - blazen warme lucht in de droge ruimtes en onttrekken lucht aan de natte ruimtes (zoals de badkamer, keuken en toilet). Gevolg: in je slaapkamer is het warmer dan in je badkamer, keuken en wasplaats. Bovendien hangt je verwarming af van hoeveel je ventileert. Dat is niet altijd gunstig. Heb je bijvoorbeeld veel bezoekers, dan heb je veel ventilatie maar weinig verwarming nodig.
Mensen die beter slapen in een frisse slaapkamer kiezen daarom best niet voor een compacttoestel van dit type. Gelukkig kan de warmte ook verdeeld worden via vloer- of wandverwarming, of via ventilo-convectoren. Dan valt dit nadeel weg.
Hoe werkt een compactmodule?
Een compacttoestel bestaat uit een ventilatie-unit, warmtepomp en verwarming van sanitair warm water, in één toestel. De ventilatie-unit trekt verse koude buitenlucht naar binnen en duwt vervuilde, warme lucht naar buiten. De twee kruisen elkaar, waarbij de vervuilde lucht zijn warmte afgeeft aan de verse binnenkomende lucht met behulp van een warmtewisselaar.
De vervuilde lucht heeft daarna nog een klein beetje restwarmte over, het rendement van warmteterugwinning van de ventilatie-unit ligt rond de 80%. Die gaat niet verloren. Ze wordt linea recta naar de warmtepomp gestuurd. De warmtepomp boost deze restwarmte en gebruikt ze opnieuw. Ofwel om de nieuwe lucht nog verder op te warmen, ofwel om het sanitair warm water of het verwarmingswater op te warmen. De volledig afgekoelde vervuilde lucht wordt afgevoerd naar buiten.
De restwarmte van de vervuilde buitengaande lucht volstaat echter niet voor de warmtepomp om zowel de naverwarming van de ventilatielucht als de opwarming van het SWW (sanitair warm water) voor haar rekening te nemen. Daarom beschikt de warmtepomp gewoonlijk ook nog over een buitenunit (voor het lucht-watertype) of een captatieveld in de tuin (voor het geothermisch type) om extra warmte te onttrekken.
De warmte die de warmtepomp uit de buitenlucht of uit de grond onttrekt, kan zowel dienen om het water in je vloer- of wandverwarming op te warmen, als om verse buitenlucht op te warmen en om het SWW warm te krijgen.
Voordelen
- lichtjes hogere performantie dan alle toestellen apart
- zeer hoog gebruiksgemak
- plaatswinst ten opzichte van aparte toestellen
Wat is het rendement van een compactmodule?
Het rendement van een compactmodule ligt hoog: van 1 kWh stroom maakt ze tot 5 kWh warmte. Dit enerzijds door alle warmte uit de uitgaande lucht van je ventilatietoestel te recupereren en anderzijds door de ingeblazen lucht voor te verwarmen, ofwel door warm water aan te maken voor vloer- of wandverwarming. Dat kan allebei op een zeer lage temperatuur, waardoor het energieverbruik erg beperkt blijft.
Hierdoor hoort de compactmodule tot de meest duurzame verwarmingssystemen op de markt. Te meer, omdat ze bijna enkel in zeer goed geïsoleerde woningen worden geplaatst met een lage energievraag.
Hoe duurzaam is een compactmodule?
Een compactmodule is een warmtepomp met geïntegreerde ventilatie en sanitair warm watervoorziening, en daardoor minstens even duurzaam als een ‘gewone’ warmtepomp. Je kan je woning dus volledig afkoppelen van fossiele brandstoffen en verwarmen met elektriciteit, ook al is de stroom in Vlaanderen nog lang niet 100 procent duurzaam. In combinatie met een groenestroomcontract en eventueel zonnepanelen draait het toestel voor een aanzienlijk deel op hernieuwbare energie. Wanneer onze stroomvoorziening in de toekomst nog meer verduurzaamt - nu bestaat ze voor een groot deel uit grijze stroom - gaat de CO2-uitstoot zelfs richting nul. Vandaag, vergeleken met een condensatieketel op gas, is de CO2-uitstoot door verwarming en warm water met een compacttoestel zo’n 50 tot 55 procent lager.
Koudemiddel
Het warmtepompgedeelte van je compacttoestel heeft een koudemiddel nodig om te kunnen werken. De meeste van deze middelen veroorzaken een sterk broeikaseffect als ze in de atmosfeer terechtkomen. Gemiddeld verliest een warmtepomp zo’n 50 tot 350 kilo CO2 tijdens haar levensduur door kleine lekken of bij de ontmanteling. Dat is een stuk lager dan wat het compacttoestel uitspaart door duurzaam te verwarmen. De impact is dus beperkt.
Richtprijs, premies en terugverdientijd van een compactmodule
Prijsvork: vanaf 10500 euro (inclusief plaatsing, excl warmteverdeling, buizen,...)
De aankoop van een compacttoestel is een hele investering. De installatie omvat een warmtepomp, een ventilatietoestel en een opslagvat voor warm water. Soms valt een compacttoestel goedkoper uit dan alle toestellen apart, maar doorgaans niet.
Pas wel op: gaat het warmtepompgedeelte stuk, dan loop je bovendien het risico ook je ventilatietoestel te moeten vervangen. Voordelig is dan weer het lage energieverbruik. Warmtepompen in een compacttoestel zijn vaak heel erg efficiënt.
Is een compactmodule iets voor mij?
Checklist:
- Is je woning geïsoleerd tot BEN (Bijna EnergieNeutraal) of passiefhuisniveau?
- Heb je te weinig ruimte in je stookplaats om alle toestellen apart te installeren? maar toch voldoende voor een compacttoestel (ter grootte van een opstaande diepvriezer).
- Is het mogelijk om alle toestellen te combineren op één plaats? Komen alle leidingen, ook die van de ventilatie, samen in één ruimte?
Als je op alle vragen ‘ja’ antwoordde is een compactmodule mogelijk een goede optie. Twijfel je nog? Neem dan zeker contact op met je provinciale steunpunt duurzaam bouwen en wonen en voor een duurzaam bouwadvies. Zij bieden onafhankelijk, professioneel advies; gratis of voor een bescheiden vergoeding.
Dit artikel kadert binnen het project C-bouwers, en werd gerealiseerd met de steun van de provincie Vlaams-Brabant en de Koning Boudewijstichting.